Page 14 - SCA_jaarverslag_2010

Basic HTML Version

12
Uitgelicht: Algemene pensioenontwikkelingen in Nederland
Toekomstbestendigheid van het
aanvullende pensioenstelsel
De kredietcrisis heeft de aanzet gegeven tot een
discussie over de toekomstbestendigheid van het
Nederlandse aanvullende pensioenstelsel.
Het kabinet Balkenende gaf het startsein
voor deze discussie door de instelling van de
commissies Don, Frijns en Goudswaard die op
voortvarende wijze eind 2009 en in het begin van
het onderhavige verslagjaar hun rapporten hebben
uitgebracht. Het kabinet nam zelf de evaluatie van
het Financieel Toetsingskader (FTK) ter hand.
Kort daarop volgden nog onderzoeksrapporten
en aanbevelingen van De Nederlandsche
Bank (DNB) en van de pensioenkoepels met
betrekking tot het beleggingsbeleid en -gedrag van
pensioenfondsen.
Door het voortijdig aftreden van het kabinet
Balkenende bleef politieke besluitvorming echter
achterwege. Wel publiceerde de demissionaire
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(SZW), de heer Donner, bij brief van 7 april 2010
nog een kabinetsstandpunt over de voornoemde
rapporten en naar aanleiding van de FTK-
evaluatie. Ook de bij de Tweede Kamer aanhangig
gemaakte wetsvoorstellen tot wijziging van de
AOW werden niet in behandeling genomen.
Het enige politieke feit van betekenis was
het besluit van de minister om de mogelijke
opschorting tot 1 april 2012 van kortingen op
pensioenaanspraken en ingegane pensioenen
in te trekken. Het besluit leidde, mede
vanwege de gebrekkige communicatie, tot veel
maatschappelijke onrust.
Sociale partners in de Stichting van de Arbeid
(STAR) gingen evenwel door met de discussie
over het pensioenstelsel. Dit mondde uit in het
Pensioenakkoord van 4 juni 2010.
Het toekomstige kabinet werd uitgenodigd dit
akkoord, waarin de aanvullende pensioenen
en AOW integraal worden behandeld en dat
dus ook voorstellen tot wijziging van de AOW
bevat, in zijn geheel over te nemen. Sociale
partners stelden in het akkoord voor om naast
het op de huidige Pensioenwet gebaseerde
nominale kader een zogenaamd reëel kader te
ontwikkelen, waarbinnen de pensioentoezegging
afhankelijk wordt gemaakt van de stijging van de
levensverwachting en de ontwikkelingen op de
financiële markten.
Na een lange formatieperiode werd met het
sluiten van een regeer- en gedoogakkoord op
30 september 2010 een minderheidskabinet
gevormd, bestaande uit de VVD en het CDA,
met gedoogsteun van de PVV. Het onderhavige
boekjaar werd afgesloten met een brief van
1 december 2010 van de nieuwe minister van
SZW, de heer Kamp, aan de Tweede Kamer
waarin de bewindsman zijn plannen en
prioriteiten voor 2011 uiteenzette. Centraal
in dat jaar zullen, zoals te verwachten viel, de
toekomstbestendigheid van het pensioenstelsel
en de herziening van het FTK staan. Voorts staat
de herziening van de pension fund governance
en medezeggenschaphoog op de politieke
agenda. Het nieuwe kabinet streeft naar een