Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2010
45
Ring P: het betreft hier het resultaat op de koopsom van indexatie van 0% van de betreffende indexen voor alle deelnemersgroepen
per 1 januari 2010. Het resultaat is derhalve € 0.
Resultaat op kosten
Het betreft hier de (uitvoerings)kosten voor administratie en uitvoering niet de vermogensbeheerkosten. In de voorgaande jaren was er
steeds een negatief ‘resultaat op kosten’. Dit werd echter gecompenseerd door het resultaat op premie. Onder de Pensioenwet dient de
premie echter een component te bevatten ter dekking van alle uitvoeringskosten, zodat –per definitie– het resultaat op kosten 0 is.
Ring H: in 2010 zijn de kosten vrijwel gelijk gebleven op € 0,810 miljoen versus € 0,805 miljoen in 2009. Er zijn lagere kosten voor
bestuurs- en advieskosten en hogere kosten voor extern toezicht (de Nederlandsche Bank en Autoriteit Financiële Markten), kosten
voor eenmalig intern toezicht (over 2009) en incidentele fusiekosten. De totale uitvoeringskosten bedragen 37 basispunten ten
opzichte van het belegde vermogen (€ 220,5 miljoen).
Ring P: in 2010 zijn de kosten gering gestegen van € 0,649 miljoen tot € 0,717 miljoen. Er waren lagere kosten voor administratie en
de website. Er waren hogere kosten voor extern toezicht, bestuurskosten door opleidingen, eenmalig intern toezicht (over 2009)
en incidentele fusiekosten. De totale uitvoeringskosten bedragen 34 basispunten ten opzichte van het belegde vermogen
(€ 212,0 miljoen).
Resultaat op kanssystemen
Hieronder vallen onder andere sterfte, arbeidsongeschiktheid en actuarieel resultaat op mutaties. Het resultaat voor Ring H en Ring
P kwam wederom uit op een positief resultaat van respectievelijk € 0,126 miljoen en € 0,424 miljoen met name op basis van sterfte-
ontwikkeling in 2010 (hogere risicopremie dan realisatie).
Resultaat op rentetermijnstructuur
Dit resultaat was in 2010 voor beide ringen een belangrijke negatieve component in het totaalresultaat door daling van de (afgeleide)
rente van 3,88% naar 3,45% en bedroeg voor Ring H € -19,955 miljoen (10,7% van de verplichtingen) en voor Ring P € -15,655 miljoen
(8,9% van de verplichtingen). De negatieve component voor Ring H is groter dan voor Ring P doordat de populatie voor Ring H jonger
is (de duratie is 19,1 jaar versus voor Ring P 15,4 jaar) en de rentedalingen voor de lange rente het grootst waren.
Resultaat op extra voorziening lang leven
In 2010 zijn de nieuwe levensverwachtingen door het Actuarieel genootschap gepubliceerd middels de nieuwe tafels AG 2010-2060.
Het bestuur heeft besloten deze nieuwe AG tafel in 2010 toe te passen voor beide ringen en de verplichtingen hierop ultimo 2010 aan
te passen. De nieuwe levensverwachtingen verhogen de verplichtingen voor Ring H met 2,6% (€ 4,636 miljoen) en voor Ring P met
2,28% (€ 3,880 miljoen).
De totale verhoging van de verplichtingen als gevolg van langer leven in 2009 en 2010 bedroeg voor Ring H 6,6% (4,0% + 2,6%) en
Ring P 7,08% (4,8% + 2,28%).