84
14.7 Risicoparagraaf
(in duizenden euro)
In hoofdstuk 9 van het bestuursverslag is het beleid rond risicobeheersing uiteengezet. Hierna wordt een aantal specifieke risico’s nader
toegelicht en gekwantificeerd.
Solvabiliteitsrisico
Het belangrijkste financieel risico voor het pensioenfonds is het niet kunnen nakomen van de pensioentoezeggingen.
Een belangrijke maatstaf hiervoor is het aanwezig Eigen vermogen. Wettelijk is een gestandaardiseerde methode vastgelegd
om te kunnen toetsen of het aanwezig Eigen vermogen voldoende is om een aantal specifieke risico’s op te kunnen vangen (het
standaardmodel). Het Eigen vermogen van het Pensioenfonds per 31 december 2010 is kleiner dan het Vereist eigen vermogen
volgens het standaardmodel, zodat het Pensioenfonds hierdoor een langetermijnherstelplan heeft moeten indienen.
Jaarlijks vindt toetsing plaats aan de hand van dit standaardmodel. De verschillende risicofactoren hierin worden benoemd onder de
noemer S1 tot en met S6. Tevens wordt rekening gehouden met onderling compenserende effecten (diversificatie effect). Hierna zijn
de uitkomsten weergegeven voor de verschillende risicocategorieën:
Ring H:
2010
2009
€
%
€
%
Renterisico (S1)
8.493
4,2
7.720
4,4
Zakelijke waarden risico (S2)
23.530
11,6
18.434
10,6
Valutarisico (S3)
0
0,0
0
0,0
Grondstoffenrisico (S4)
0
0,0
0
0,0
Kredietrisico (S5)
1.423
0,7
925
0,5
Verzekeringstechnisch risico (S6)
7.248
3,6
7.020
4,0
Diversificatie-effect
-11.024
-5,4
-9.771
-5,6
Vereist eigen vermogen (o.b.v. de strategische beleggingsmix)
29.670
14,6
24.328
13,9