Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2015
30
Toelichting op de resultaatcomponenten
Resultaat op premie
Het resultaat op premie van € 0,2 miljoen is lager dan het
resultaat uit 2014 (€ 1,8 miljoen) vanwege hogere
benodigde premies voor pensioenopbouw, hogere premie
voor kosten en hogere kosten risicopremies.
Resultaat op beleggingen
Het beleggingsresultaat is de som van de directe
beleggingsopbrengsten, de indirecte
beleggingsopbrengsten, kosten vermogensbeheer minus
het benodigde beleggingsresultaat op basis van een
eenjaarsrente. Voor 2015 bedraagt de 1-jaarsrente
0,181% (2014: 0,379%). In onderstaande tabel worden
deze componenten apart aangegeven.
Stichting Pensioenfonds SCA
Resultaat op beleggingen in euro miljoen
2015 2014
Directe beleggingsopbrengsten
6,311 4,737
Indirecte beleggingsopbrengsten
-0,363 59,007
Kosten vermogensbeheer
-1,205 -1,053
Benodigd beleggingsresultaat
-1,899 -3,870
Totaal
2,844 58,821
Totaal belegd vermogen
362,8 353,5
Toelichting tabel (zie ook Hoofdstuk 7
Vermogensbeheer):
-
De indirecte beleggingsopbrengsten zijn lichte
stijging van de reële rente gering negatief (lagere
waarde van de vastrentende portefeuille en de rente-
swaps).
-
De benodigde interest toevoeging bedraagt circa euro
1,9 miljoen door de lage 1-jaarsrente van 0,181%
(2014: 0,379%).
-
De kosten vermogensbeheer (zie ook
Hoofdstuk 6
Kosten
) zijn (in absolute bedragen) gestegen door
beheer van een groter vermogen en, ten opzichte van
het vermogen, gestegen door onder andere eenmalige
transactiekosten en het verhogen van het belang in
vastgoed.
Resultaat op indexatie
Per 1 januari 2015 is geen indexatie verleend.
Resultaat op kosten
Het betreft hier de (uitvoerings)kosten voor administratie
en uitvoering niet de vermogensbeheerkosten. In
voorgaande jaren was er steeds een negatief ‘resultaat op
kosten’. Dit werd echter gecompenseerd door het
resultaat op premie. Onder de Pensioenwet dient de
premie echter een component te bevatten ter dekking van
alle uitvoeringskosten, zodat –per definitie– het resultaat
op kosten 0 is. Het fonds hanteert echter een opslag van
kosten van 2,5% van de waarde van de nieuwe
pensioenaanspraken en deze wordt gefinancierd uit de
pensioenpremie. Deze bijdrage bedraagt euro 252
duizend. De werkelijke kosten bedragen euro 1.021
duizend. Een uitgebreid overzicht van de kosten
pensioenbeheer wordt verstrekt in
Toelichting 22
en
Hoofdstuk 6
kosten.
Resultaat op kanssystemen
Hieronder vallen onder andere sterfte,
arbeidsongeschiktheid en actuarieel resultaat op mutaties.
Het resultaat was positief op sterfte, licht negatief op
arbeidsongeschiktheid en gering positief op overige
mutaties.
Resultaat op rentetermijnstructuur
De verplichtingen stegen door (1) aanpassingen van de
UFR (schrappen van 3-maands gemiddelde euro 17.618
en met euro 10.976 door introductie nieuwe wettelijke
UFR). Door hogere reële rente in 2015 (+0,15%) daalden
de verplichtingen gering met euro 4.600. Per saldo stegen
de verplichtingen (geheel als gevolg van wettelijke
aanpassingen) met euro 23.994. Ten opzichte van de
totale mutatie in verplichtingen (euro 30.192, 9,1%) is dit
7,6%-punt. Hoofdzakelijk als gevolg van de wettelijk
UFR- aanpassingen daalde de afgeleide rente van 1,99%
tot 1,76%.
Wijziging grondslagen
In 2013 was er een resultaat op wijziging van de
overlevingstafel (overstap op de prognosetafel AG2014)
negatief met euro 0,420 miljoen en negatief door
wijziging van de ervaringssterfte van 0,683 miljoen
(totaal euro 1,103miljoen). Vanaf 2014 en 2015 waren er
geen aanpassingen van de grondslagen.
Nederlanders gaan steeds langer leven. Dit houdt met
name verband met betere medicatie, mogelijk in
combinatie door een betere levensstijl.
Het langer leven van de deelnemers van het
pensioenfonds verhoogt de verplichtingen. Voor slapers
en gepensioneerden wordt in feite het langer leven
gefinancierd uit de buffers van het vermogen, waardoor
mede de dekkingsgraden onder druk staan en de
indexatieruimte beperkt is. In de volgende tabel wordt
een historisch overzicht gegeven van de verzwaring van
de verplichtingen als gevolg van langer leven.
Stichting PensioenfondsSCA
Verzwaring verplichtingen vanwege langer leven
% euro mln
2006
0,00%
2007
0,00%
2008
0,00%
2009
4,00%
6,297
CBS cijfers
2010
2,60%
4,636
AG 2010-'60
2011
0,00%
0
2012
1,80%
4,799
AG 2012-'62 en nieuwe ervaringssterfte
2013
0,00%
-
2014
0,43%
1,103
AG 2014 en nieuwe ervaringssterfte
2015
0,00%
totaal
8,83%
16,835
Toelichting
Mutatie technische voorzieningen en overige
Dit betreffen mutaties in relatie tot premie
overgangsregeling en toevoeging aan overige
voorziening uit hoofde van de overgangsregeling.
Het resultaat in 2015 is gering negatief.
