Jaarverslag 2018, Stichting Pensioenfonds Essity

Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2018 20 Ad 2. Reserverisico Het risico dat de buffers te laag zijn om neerwaartse schokken op te vangen. Het risico heeft zich gemanifesteerd. Het fonds heeft momenteel een vermogen lager dan het minimaal vereiste eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen. Het is een hoog risico. Het bestuur acht het risico acceptabel, studies wijzen uit dat het fonds kan herstellen. Oordeel: hoog risico maar acceptabel. Ad 3. Inflatierisico Het risico van ontwaarding van nominale pensioentoezeggingen. Binnen de kaders van de opzet van het risicoprofiel en strategische beleggingsmix wordt het risico deels afgedekt. Via een haalbaarheidsstudie- en toets worden kansen op indexatie weergegeven. Deze zijn gecommuniceerd met Sociale Partners en die accepteren de uitkomsten. De kans op inflatiecorrectie is momenteel laag. Oordeel: gemiddeld risico, acceptabel. Ad 4. Premierisico Het risico dat de premie onvoldoende is voor financiering van de pensioentoezeggingen. Het fonds eist en ontvangt een kostendekkende premie. Oordeel: laag risico. Ad 5. Aanpassing regeling/contract uitvoering Het risico dat sociale partners besluiten de regeling aan te passen. Het fonds accepteert de wettelijke mogelijkheid dat sociale partners de regeling tussentijd kan aanpassen. Een aanpassing vereist aanpassing van de Uitvoeringsovereenkomst en het fond kan hier haar eigen positie innemen. Oordeel: laag risico. Ad 6. Sponsor risico (1) Het risico dat de sponsors haar financiële verplichtingen (premie en of bijstorting) niet nakomt. De solvabiliteit van de sponsor is goed (en transparant) en wordt doorlopend gemonitord. Oordeel: laag risico. Ad 6. Sponsor risico (2) Het risico dat de sponsor de uitvoeringsovereenkomst opzegt. De sponsor zou dit kunnen besluiten, daartoe heeft het fonds aanzienlijke ontbindende factoren vooraf overeengekomen. Oordeel: laag risico. FR2 FTK factoren: 1. Rente/matching risico S1 2. Zakelijke waarden S2 3. Valutarisico S3 4. Grondstoffen S4 5. Kredietrisico S5 6. Verzekeringstechnisch risico S6 7. Liquiditeitsrisico S7 8. Concentratierisico S8 9. Operationeel risico S9 10 Actief beheer risico S10 Ad 1. Rente/matching risico S1 Het renterisico geeft de mogelijke impact op de dekkingsgraad als gevolg van een verandering in de waarde van vastrentende beleggingen versus de pensioenverplichtingen door veranderingen in de marktrente. Het fonds heeft beleid geformuleerd om de looptijd en de rentegevoeligheid op elkaar af te stemmen middels zogenaamde ‘renteswaps’. Dit beleid is opgenomen in het beleggingsplan. Deze renteswaps worden uitgevoerd door de fiduciair vermogensbeheerder en hier wordt conform bepalingen in de Service Level Agreement over gerapporteerd. De renteswap dekt voor een deel het renterisico af. De feitelijke renteafdekking o.b.v. DNB-renteschokken bedroeg eind 2018 36,9%. In Hoofdstuk 7 Vermogensbeheer wordt het betreffende beleid van 2018 toegelicht. Een vuistregel voor het inschatten van de rentegevoeligheid is: duratie verplichtingen (2018: 20,9 jaar) keer rentemutatie keer renteafdekking. Met deze grove inschatting is de mutatie bij 1% rentemutatie met een strategische renteafdekking circa: 20,9*1,0%*50% = circa 10%. Mn-Services heeft voor eind 2018 een analyse gemaakt van de impact van een parallelle renteschok van 1%-punt op de dekkingsgraad (op basis van start (maand)dekkingsgraad): Stichting Pensioenfonds Essity Effect parallelle renteschok 1%-punt op dekkingsgraad Renteschok 0% 1% -1% Dekkingsgraad 100,4% 110,2% 91,6% Verandering DG in %-punt 9,8% -8,8% In 2018 is de afgeleide rente gedaald van 1,56% tot 1,43% en heeft het de dekkingsgraad negatief beïnvloed. Oordeel: gemiddeld risico maar acceptabel. S1 strategisch 2,0% Ad 2. Zakelijke waarden S2 De beleggingen zakelijke waarden kunnen fluctueren en daarmee de dekkingsgraad beïnvloeden. De volatiliteit van zakelijke waarden wordt geaccepteerd binnen de kaders zoals vastgesteld in het risicoprofiel van het pensioenfonds, welke is bepaald door sociale partners. De beste techniek tot het mitigeren van het risico is diversificatie van de portefeuille. Het risico zakelijke waarden maakt onderdeel uit van de berekening van het Vereiste Eigen Vermogen. Oordeel: hoog risico, conform risicoprofiel van het fonds. S2 strategisch 11,8% Ad 3. Valuta S3 Koersschommelingen in valuta’s kunnen worden gebruikt om rendement op te halen. Echter, het bestuur heeft ervoor gekozen hier geen beleid op te formuleren anders dan het afdekken van deze valutaschommelingen. De valutarisico’s van de Japanse yen zijn voor 100% afgedekt, het Britse pond in de Europese beursgenoteerde vastgoedportefeuille is niet afgedekt. De Amerikaanse dollar is in 2018 afgedekt voor 50%. Oordeel: laag risico. S3 strategisch 1,7% Ad 4. Grondstoffen S4 Het fonds heeft geen beleggingen in grondstoffen, dit risico is niet van toepassing. Ad 5. Kredietrisico S5 Kredietrisico is het risico van financiële verliezen als gevolg van faillissement of betalingsonmacht van tegenpartijen waarop het pensioenfonds (potentiële) vorderingen heeft. Voor het pensioenfonds betreft dit voornamelijk de beleggingen in obligaties. Het kredietrisico wordt beperkt door spreiding van de vastrentende waarden naar regio’s, creditrating van tegenpartijen en de sector. De zogenaamde creditspread is een handige maatstaf voor het kredietrisico en geeft de opslag aan die de markt vraagt boven de risicovrije rente. Hoe hoger deze opslag, des te hoger de markt het kredietrisico op een partij beoordeelt en des te hoger de vergoeding (de spread) is die de markt wil ontvangen voor het nemen van dit risico. Zo is de creditspread voor langlopende obligaties bijna 0 en van de bedrijfsobligaties 0,5%. De ratingklassen van de vastrentende waarden per ultimo 2018 zijn:

RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=