Jaarverslag 2019, Stichting Pensioenfonds Essity

Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2019 4 BESTUURSVERSLAG 1. Bericht van bestuur en directie Voor Stichting Pensioenfonds Essity was het jaar 2019 een fantastisch beleggingsjaar. Het rendement bedroeg 19,1% en het pensioenfonds behaalde een outperformance op de benchmark van 61 basispunten (0,61%) Het belegde vermogen steeg met euro 97 miljoen, waardoor het vermogen van het fonds ruimschoots de grens van een half miljard passeerde van euro 468 miljoen eind 2018 tot euro 566 miljoen ultimo 2019. Toch was 2019 geen succesvol jaar betreft de ontwikkeling van de dekkingsgraad, het vermogen ten opzichte van de waarde van de verplichtingen van het fonds. Door daling van de rente is de dekkingsgraad in augustus 2019 gedaald tot 93,5%. Enig herstel van de rente richting jaareinde heeft alsnog geresulteerd in herstel van de dekkingsgraad tot rond de 101,6%, maar de beleidsdekkingsgraad is door de lage dekkingsgraden gedurende 2019 op 99,5% uitgekomen. Een indexatie per 1 januari 2020 is dus wederom, tot grote spijt van het fonds, niet haalbaar. Maar hoe anders kan de wereld eruitzien in korte periode. Het Coronavirus heeft het goede resultaat van 2019 in maart 2020 weggeslagen. De actuele dekkingsgraden zijn tot het nog nooit bereikte dieptepunt van 86% gedaald. Midden mei bedroeg de actuele dekkingsgraad circa 89% met name als gevolg van de lage rente. Het beleggingsrendement voor de gehele portefeuille is redelijk herstelt van diep negatief tot circa -2%. Tijdens deze periode zijn de werkzaamheden van het fonds en bij de dienstverleners ongestoord en op hetzelfde hoge niveau verder gegaan. De Investering Commissie heeft extra overleg gehad en besloten om het renterisico op de balans gering te verlagen. Door diversificatie in 2019 waren er verder geen extra maatregelen nodig. Via de website van het fonds worden deelnemers van de laatste ontwikkelingen op de hoogte gehouden. Een belangrijke ontwikkeling na balansdatum is dat sociale partners en het pensioenfonds zijn overeengekomen om per 1 januari 2020 over te gaan naar een Collective Defined Contribution (CDC) regeling. Dit wil zeggen dat de middelloonregeling gehandhaafd blijft maar dat de werkgever uitsluitend nog premie afdraagt aan het pensioenfonds zonder dat er nog een garantie voor een bijstorting is. Details hiervan worden ook in betreffende hoofdstuk beschreven. Wat is er verder gebeurd bij en met het fonds? Heel veel. Er zijn belangrijke ontwikkelingen geweest bij het vermogensbeheer, bij governance en betreffende de toekomstperspectieven. Vermogensbeheer : samen met de fiduciair manager MN heeft het pensioenfonds een zeer uitgebreid en compleet nieuw document ‘Het Beleggingskader’ opgesteld. Dit is de verwoording van de ambitie van het pensioenfonds voor haar gehele beleggingsbeleid van beleggingsdoelstelling, risicohouding en beheersing tot uitvoeringsprincipes en risico gedreven keuze van beleggingsclusters. Hoewel de gedachten hierachter geenszins nieuw zijn, is het toch een prachtige en complete uitwerking geworden. Het document is beschikbaar op de website van het fonds. Met het document en met de doelstelling voor verdere diversificatie zijn er belangrijke stappen in de portefeuille gezet. Er is uitgebreid in de beleggingsklassen hypotheken, winkels, infrastructuur en er is in het cluster hoogrentende obligaties meer gespreid naar ‘high yields’, ‘bank loans’ en herverdeling onder ‘emerging market debt’. Al met al is na een jarenlange inzet tot verbetering van de spreiding deze grotendeels gerealiseerd en onderbouwd met het beleggingskader. De outperfomance is daar een resultaat van, het compenseert ruimschoots de hogere aanvangskosten voor de spreidingstransacties. Governance: aan alle kanten nemen de eisen voor een ‘goed bestuur’ en gedegen uitvoering voor en door pensioenfondsen toe. Ook vanuit Europa komt er meer wetgeving (IORP II) over besturen en controle op uitvoering van een pensioenfonds. De sector- en de individuele pensioenfondsen moeten in hoog tempo meebewegen en de uitvoering nog strakker organiseren. Er dienen sleutelfunctiehouders benoemd te worden voor risico, actuarieel en audit, de DC-risicohoudingen van sociale partners dienen beter en numeriek uitgewerkt te worden, etc. De communicatie van het fonds met haar deelnemers dient uitgebreid te worden. Het pensioenfonds was geheel compliant aan de oude regels, maar deze tsunami aan ingrijpende, overhaast ingevoerde regels zonder implementatietijd leidde in 2019 zelfs tot achterstanden op wetgeving. In het verloop van 2019 zijn de achterstanden weggewerkt en is meteen de gelegenheid gebruikt voor modernisering van formulieren en documenten en onder andere opmaak van de website. Het fonds heeft tevens besloten haar pensioenplanner open te stellen voor onze gewezen deelnemers, zodat ook zij kunnen profiteren van de keuzemodule voor flexibel pensioen. Helaas zijn de kostenstijgingen als gevolg van wetgeving en toezicht al jaren de grootste kostenstijgingsdrivers. In het kostenoverzicht worden die stijgingspercentages beschreven. Dergelijke hoge kosten en kostenstijgingen zouden kunnen leiden tot verminderd draagvlak voor de verplichtstelling. Immers, door technologische ontwikkelingen zijn beleggingen in eigen beheer steeds goedkoper geworden. Toekomstperspectieven : Er zijn hier een aantal belangrijke, ontwikkelingen. Ten eerste, de CAO pensioenarbeidsvoorwaarden kende een vijfjaarsperiode van 2015-eind 2019. Werkgever, werknemers en het pensioenfonds hebben vanaf eind 2019 en begin 2020 intensief overlegd over de volgende periode. De belangrijkste uitdaging hierbij is dat voorzien wordt dat de premie omhoog moet door de gedaalde rente. Op 20 maart 2020 is een principeakkoord overeengekomen tussen de drie partijen voor overgang naar een premieregeling tussen werkgever en het pensioenfonds, waarbij de bijstortverplichting wordt uitgeruild met een hogere werkgeversbijdrage en compensatie voor de inactieven. Op de website van het fonds is hierover een nieuwsbericht gepubliceerd. Een tweede belangrijke ontwikkeling is dat de lage rente begint te bijten in de inkoopcondities van iDC pensioenkapitalen bij het pensioenfonds. Het fonds onderzoekt daartoe met spoed of zij binnen de kaders van de Wet Verbeterde Premieregeling de optie van doorbeleggen met deze kapitalen kan gaan aanbieden. Dat zou tevens goed passen in het huidige raamwerk van het nieuwe pensioenakkoord. In 2019 zijn er enkele wijzigingen in de bestuursorganen. In de Investerings Commissie heeft Dhr. drs. T. Groenveld na een 12- jarige verbintenis het stokje overgedragen aan Dhr. drs. E. Hulshof. Dhr Groeneveld heeft een cruciale rol gepeeld bij het professionaliseren van de beleggingen van het fonds vanaf 2007, waar het fonds nu de vruchten van plukt. Mevr. C. Quint, bestuurder vanaf 2015, is op 25 maart 2020 toegetreden als lid van de Investerings Commissie. In het Verantwoordingsorgaan is het voorzitterschap roulerend gemaakt en per 1 januari 2020 overgegaan naar Mevr. Drs M. Ennema Msc namens de werknemers en is Dhr R. Vlek namens werknemers toegetreden. Het bestuur is erkentelijk voor de discussie en samenwerking met diverse toezichthoudende organen als haar verantwoordingsorgaan, interne visitatiecommissie, de compliance officer, de accountant en certificerende actuaris. De verslagen en bevindingen van deze organen zijn opgenomen in dit jaarverslag. Bestuur en directie zien met vertrouwen de toekomst tegemoet en verheugen zich erop zich maximaal te mogen blijven inzetten voor het belang van haar deelnemers. Loek Ligthart, voorzitter, Carolien Quint, secretaris, Kimmo Boijenga, bestuurder, Eddy Luiken, bestuurder, Richard van Sintemaartensdijk, bestuurder, Mathijs van Gool, directeur

RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=