Jaarverslag 2020, Stichting Pensioenfonds Essity
Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2020 21 Ad 4. Benchmark heeft een hoog aanvangsrisico. Benchmarks zijn vooral gebaseerd op in het verleden behaalde resultaten. De keuze om een benchmark met beleggingsallocatie te volgen is dus het volgen van in het verleden behaalde resultaten maar heeft het risico dat de toekomstige resultaten sterk kunnen afwijken. Benchmark beleggen biedt zo een valse zekerheid voor de toekomst. Dit is een hoog risico, bijvoorbeeld in het kader van ‘stranded assets’ (bijvoorbeeld in de oliesector) als wijzigende verdienmodellen bijvoorbeeld in de financiële sector. Door actief te beleggen in fondsen met ESG maatregelen wordt het risico gemitigeerd tot een laag risico. Ook Ad 5 Politiek/wetgeving kent een hoog risico. Het risico dat de wetgever een greep (via belastingen) in de (toekomstige) kas van het pensioenfonds doet dan wel wetgeving aanpast waardoor de lange termijn perspectieven significant veranderen dan wel de dekkingsgraad rechtstreeks wordt beïnvloed. De afgelopen jaren wijzen uit dat dit vaak is gematerialiseerd en een zeer hoog risico betreft. Het fonds is lid van de Pensioenfederatie waarmee zij probeert invloed te hebben op de politiek. Nederlanders oordelen de politiek/wetgeving als onbetrouwbaar als het gaat om het nakomen van lange termijn financiële kaders/afspraken op basis van de aanpassingen in afgelopen jaren. Ook Ad 6 Toezichthouder draagt een hoog risico. Het risico dat de Toezichthouder aanpassingen verlangt die niet in belang van de deelnemers zijn dan wel in het belang van de stakeholders. Het fonds toets instructies van de Toezichthouder op hun (1) wettelijke basis, (2) of deze (evenredig) in belang zijn van de stakeholders en (3) niet conflicterend zijn met gemaakte afspraken. Via de Pensioenfederatie wordt overlegd met de Toezichthouder over maatregelen. Het fonds kan eventueel ook kiezen voor toetsing via de rechter. Het risico van hoge kosten, Ad 7 Kosten, wordt als laag ingeschat, mede op basis van onafhankelijke referentierapporten als het jaarlijkse CEM-rapport. 11.3 Niet Financiële risico’s (NFR) NFR 1 Goed bestuur 1a Continuïteit 1b Vermogensbeheer 1c Bestuurderssaansprakelijkheid NFR 2 Verandering in de omgeving NFR 3 Operationeel risico NFR 4 Juridische risico’s NFR 5 IT risico NFR 6 Zorgplicht/Communicatie risico Ad 1 Goed bestuur Goed bestuur, of te wel ‘governance’, is cruciaal om een organisatie goed, efficiënt en verantwoord aan te sturen. Vanuit de maatschappij is er veel aandacht voor dit onderwerp. Voor pensioenfondsen is de governancediscussie per 1 juli 2014 geconcretiseerd in de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen (WVBP). Daarvoor waren deze vastgelegd in Principes voor Goed Pensioenfondsbestuur (PFG). In de praktijk is een belangrijk bestuurlijk risico bij een pensioenfonds het potentiële gebrek aan continuïteit in uitvoering en deskundigheid om professionele dienstverleners aan te (kunnen) sturen. Het bestuur van het pensioenfonds heeft dit belangrijke aandachtspunt ondervangen door de inrichting van een pensioenfondsdirectie, bestaande uit een fulltime functie (directeur). In termen van governance betekent dit dat het bestuur zich meer kan concentreren op haar beleidstaken en de vaststelling daarvan. De pensioenfondsdirectie legt verantwoording af aan het bestuur en houdt intensief controle op uitvoering, risicobeheer, advisering, en verantwoording. Het mandaat van de pensioenfonds- directie is vastgelegd in een ‘Reglement Pensioenfonds Directie/Directeur-secretaris’. Dit model is formeel vastgelegd sinds september 2009 en herzien per 31 december 2010, maar heeft als zodanig gefunctioneerd sinds de aanstelling van de directeur per 1 november 2007. Dit governance model functioneert naar verwachting. Belangrijke aandachtspunten van Goed Pensioenfondsbestuur zijn zorgvuldig bestuur, deskundigheid, communicatie, openheid, intern toezicht en verantwoording. Op al deze deelgebieden heeft het bestuur maatregelen genomen conform bepalingen en aanbevelingen vanuit de toezichthouder en de Pensioenfederatie. Nieuwe ontwikkelingen, vanuit de wetgever/toezichthouder en/of maatschappij, worden proactief geadresseerd. In 2017 heeft het bestuur een zelfevaluatie uitgevoerd in samenwerking met een externe partij in verband met de grote focus op opleiding en deskundigheid. Oordeel en beoordeling externe partij in 2017 betrof laag risico. De zelfevaluatie in 2020 heeft geen nieuwe, extra risico’s opgeleverd. In principe wordt de zelfevaluatie 1 keer in de drie jaar samen met een externe uitgevoerd. Ad 1a. Continuïteit Het risico dat door vertrek van de bestuurders/directie de continuïteit van bestuur in gevaar komt. Het bestuur streeft naar voldoende collectieve deskundigheid en continuïteit op enige tijd. Het bestuur streeft hierbij naar tijdige opvolging en achterban in geval van vertrekkende bestuurders/directie dan wel adviseurs. Er blijft een mogelijkheid bestaan dat bestuurders/directie niet meer beschikbaar zijn. Binnen het bestuur zijn er voldoende gekwalificeerde bestuurders om dit op te vangen. In geval van het wegvallen van de directie wordt gebruik gemaakt van de inzet van een bestuursadviseur van AZL voor drie dagen per week op locatie van het fonds in Zeist. Oordeel: laag risico. Ad 1b. Vermogensbeheer Het risico dat verkeerde vermogensbeheer besluiten worden genomen bij de uitvoering van het strategisch beleggingsbeleid. Beheersing van dit risico is voor een belangrijk deel een governance issue. Er dient grote deskundigheid en ervaring te zijn. Dit heeft het fonds geborgd met een deskundige Investerings Commissie, mede met bestuurders als leden en een adviseur als de fiduciair manager. Deze combinatie heeft afgelopen jaren tot goede resultaten geleid. Oordeel: laag risico. Ad 1c Bestuurdersaansprakelijkheidsrisico Het risico dat bestuurders niet meer in staat zijn hun positie onafhankelijk waar te maken. Het bestuur heeft een collectieve verzekering. Oordeel: laag risico. Ad 2 Verandering in omgeving Niet adequaat reageren op veranderingen op gebied van (1) concurrentie, (2) belanghebbenden, (3) reputatie en (4) ondernemingsklimaat. Het fonds streeft ernaar haar beleid op deze elementen te blijven afstemmen. Het bestuur en de directie monitoren deze veranderingen en bespreken die door het jaar heen. Oordeel: laag risico. Ad 3 Operationeel risico Het risico op ondoelmatige procesinrichting en uitvoering. Risico op ondoelmatige proces-inrichting waardoor fouten
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=