Jaarverslag 2020, Stichting Pensioenfonds Essity
Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2020 4 BESTUURSVERSLAG 1. Bericht van bestuur en directie Voor Stichting Pensioenfonds Essity was het jaar 2020 een zeer bijzonder jaar. Om de toekomstbestendigheid van het pensioenfonds en het belang van alle stakeholders voor de toekomst te borgen -ook in het kader van het komende Wet Toekomst Pensioenen – hebben vakbonden, de werkgever en het pensioenfonds de pensioenregeling vernieuwd en zijn er nieuwe afspraken gemaakt tussen het fonds en de werkgever. De belangrijkste aanpassing hierbij is dat de bestande hybride regeling, bestaande uit een middelloon- én beschikbare premieregeling, nu met een vaste premie voor de vijfjaar cao-periode wordt uitgevoerd. Daarbij is de bijstortingsverplichting van de werkgever omgeruild voor een financiële compensatie van in totaal euro 30 miljoen. In een omgeving van dalende rente en hogere pensioenpremie lukte het zo het opbouwpercentage van de actieven (vooralsnog) fiscaal maximaal te houden en euro 17 miljoen te reserveren voor extra indexatie van de inactieven voor in de komende 15 jaar. Verder zijn de werkgever en het pensioenfonds een contract aangegaan van onbepaalde tijd. Dit geeft de deelnemers garantie dat het pensioenfonds hun belangen ongestoord kan blijven waarborgen. De nieuwe regeling- en afspraken zijn per 1 januari 2020 van kracht geworden. In 2020 heeft het pensioenfonds ook een besluit genomen – gericht op de toekomst – voor een gunstigere inrichting van de beschikbare premieregeling voor haar deelnemers. Kern hierbij is de keuze voor andere uitvoerders waarmee lagere vermogenskosten behaald kunnen worden in combinatie met uitstekende dienstverlening waaronder uitvoering van de wettelijk zorgplicht. De opzet is zo gekozen dat het pensioenfonds ook de optie van doorbeleggen na de pensioendatum kan ontwikkelen. Ondanks deze cruciale ontwikkelingen bij het fonds, is 2020 natuurlijk ook het jaar van de mondiale Corona-crisis. Echter, na de enorme klap in dekkingsgraad in maart van 2020, met een niveau van onder de 90%, zijn dekkingsgraden eind 2020 en begin 2021 goed hersteld. Een korting per einde van het jaar is voor de deelnemers niet aan de orde geweest. In de uitvoering zijn er geen enkele problemen geweest. Kritische dienstverleners als de pensioenadministratie door AZL en vermogensbeheer door MN en BlackRock zijn ‘fluitend’ doorgelopen. De back-ups in hun infrastructuur hebben uitstekend gepresteerd, een groot compliment waard. Ondanks de zeer lage rentestanden heeft het fonds rond maart 2021 een actuele dekkingsgraad van rond de 102%. De beleidsdekkingsgraad (als gemiddelde van de laatste 12 maanden) loop uiteraard achterop en bedraagt circa 94%. Het rendement over 2020 is ondanks de Corona-crisis uitgekomen op 7,4% en het vermogen van het fonds heeft de grens van euro 600 miljoen doorbroken en bedraagt circa euro 614 miljoen. Vanuit de politiek is vastgesteld dat pensioenfondsen met een beleidsdekkingsgraad lager dan 110% niet mogen indexeren. Met deze hoge grens heeft het fonds wederom moeten besluiten tot geen indexatie per 1 januari 2021. Naast de boven benoemde grote dossiers waren er nog tal van ontwikkelingen bij het fonds: Governance: In het kader van de Europese IORP II vereisten dient de organisatiestructuur van het fonds ingedeeld te worden in drie lagen van aansturing en controle (de zogenaamde ‘three lines of defence’). Deze nieuwe organisatiestructuur vereist toch ingrijpende aanpassing en brengt derhalve ook extra kosten met zich mee. In het organogram in dit jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de nieuwe structuur. De belangrijkste verandering/aanpassing betreft de benoeming (en integratie in de werkzaamheden) van drie onafhankelijke zogenaamde ‘sleutelfunctiehouders’ voor risico, audit en actuariële zaken. In 2020 en 2021 is de benoeming van deze onafhankelijke functionarissen afgerond. Het fonds heeft haar reeds bestaande Integraal Risico Managementsysteem ge-update en een geheel nieuwe Integraal Audit Framework opgezet. Zo heeft het fonds in-house kennis en borging georganiseerd waardoor zowel risicomonitoring als audit zo doelgericht en (zoveel als mogelijk) kosten efficiënt uitgevoerd kunnen worden. Overige governance-elementen betreffen gestegen kosten, met name eenmalige kosten voor ingehuurde specialisten voor de nieuwe regeling, en structurele kosten voor de extra Europese wetgeving en stijgende kosten van toezichthouders. Daarnaast is mede in het kader van de introductie van de nieuwe pensioenregeling de stemverhouding in het Verantwoordingsorgaan aangepast. Vermogensbeheer : Er is een zeer krachtige keten van risicohouding, beleggings- en uitvoeringsbeginselen, jaarlijkse beleggingsplannen, monitoring met risicomeeting. Het maatschappelijk verantwoord beleggen is bij het fonds sinds enkele jaren ingevoerd. Toch blijft de grootste uitdaging de wereldwijde economische ontwikkelingen te volgen en daarop -binnen de beleggingsprincipes en wetgeving - te anticiperen. In 2020 is besloten de technologiesector als aparte beleggingscategorie toe te voegen aan de portefeuille. Deze sector is toonaangevend voor toekomstige bedrijfsmodellen en innovaties en lijkt daarmee zeer kansrijk naar de toekomst. De sector is daarmee ook een zogenaamd ‘natuurlijk’ tegenwicht aan sectoren die door de noodzakelijke energietransitie en andere maatschappelijk ontwikkelingen van belang zullen wijzigen. In 2020 is ondanks de Corona-crisis de uitvoering van het vermogensbeheer geheel ongestoord uitgevoerd. Beschikbare premieregeling: in 2020 is besloten de beschikbare premieregeling vanaf juli 2021 met nieuwe uitvoerders te gaan uitvoeren. Motivatie hiervoor zijn de beschikbaarheid van beleggingsproducten met veel lagere kosten, marktontwikkelingen die tot toenemende mogelijkheden van doorontwikkeling van de iDC – als doorbeleggen na pensioendatum – kunnen leiden en toenemende zorgplichteisen waardoor het pensioenfonds over elk facet in controle wil- en moet zijn. Communicatie: In het kader van de aanpassing naar een vaste premieregeling is er extra aandacht geweest voor individuele- en groepscommunicatie hierover. Los van de event-gebonden communicatie, richt het fonds zich op verdere uitwerking van haar multi-media strategie, i.e. de verschuiving/uitbreiding van communicatie naar digitale media als haar website. In het afgelopen jaar is opnieuw veel werk verricht aan de website om deze accurater te maken met onder andere veel nieuwsberichten. Personele wijzigingen: in het Verantwoordingsorgaan is het voorzitterschap overgegaan naar Mevr. Drs M. Ennema Msc namens de werknemers en is Dhr R. Vlek benoemd tot secretaris. Dhr. W. Janssen (lid namens werknemers) is teruggetreden. De vrijgekomen positie is ingenomen door Dhr. R. Lansbergen. Bestuurder Dhr. K. Boijenga zal aftreden per 1 mei 2021 wegens het voortzetten van zijn carrière buiten de onderneming Essity. Het bestuur is hem zeer erkentelijk voor zijn grote bijdrage en inzet voor het fonds. Het bestuur bedankt betrokken organen en specialisten voor de vele goede discussies en adviezen. Bestuur en directie zien met vertrouwen de toekomst tegemoet en verheugen zich erop zich maximaal te mogen blijven inzetten voor het belang van haar deelnemers en overige belanghebbende. Loek Ligthart, voorzitter, Carolien Quint, secretaris, Eddy Luiken, bestuurder, Richard van Sintemaartensdijk, bestuurder en Mathijs van Gool, directeur
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=