Jaarverslag 2017, Stichting Pensioenfonds Essity
Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2017 36 Pensioenverplichtingen voor risico fonds Bij de berekening van de contante waarde van de opgebouwde toekomstige aanspraken per 31 december boekjaar is uitgegaan van de volgende actuariële grondslagen: Sterfte AG Prognosetafel 2016 (startjaar 2018) met toepassing van fondsspecifieke ervaringssterfte (SCA 2017). Interest Rentetermijnstructuur 31 december 2017 van De Nederlandsche Bank. Gehuwdheid Bij de vaststelling van de voorziening voor partnerpensioen wordt het onbepaalde partnersysteem gehanteerd. Hierbij worden de volgende partnerfrequenties toegepast (op tussenliggende leeftijden wordt lineair geïnterpoleerd): Leeftijd Mannen Vrouwen jonger dan 18 0,000 0,000 18 0,011 0,053 25 0,530 0,795 30 0,742 0,901 35 0,954 0,901 50 0,954 0,901 65 0,954 0,742 66 0,954 0,742 67 0,954 0,742 68 0,954 0,742 Voor het uitruilbare partnerpensioen wordt de partnerfrequentie op pensioenleeftijd op 100% verondersteld. Leeftijdsverschil Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man ouder dan vrouw). Vaststelling leeftijd De leeftijd voor de berekening van de voorziening wordt op maandbasis nauwkeurig bepaald. Uitkeringen Aangenomen wordt dat de pensioenuitkeringen continu (zullen) plaatsvinden. In de praktijk wordt in maandelijkse termijnen achteraf uitgekeerd. Het wezenpensioen wordt verondersteld te worden uitgekeerd tot aan de 27-jarige leeftijd. Kosten De kostenvoorziening in 2017 is ongewijzigd ten opzichte van 2016 (2,5%). Methoden van reserveberekening Bij de reservering van de in uitzicht gestelde pensioenen wordt ervan uitgegaan dat per de balansdatum alle aan de verstreken diensttijd (dit is inclusief extra jaren uit waardeoverdrachten, vrijwillig ingekochte ouderdomspensioenjaren en eventuele garantiejaren) toe te rekenen pensioenaanspraken zijn ingekocht. De voorziening pensioenverplichtingen is bepaald als de contante waarde van deze per de balansdatum opgebouwde pensioenaanspraken, vermeerderd met de contante waarde van de ingegane pensioenen. Bij de (gedeeltelijke) arbeidsongeschikte deelnemers (dit zijn deelnemers met ingegane WIA/WAO-uitkeringen) wordt voor de invaliditeitspensioenen (WIA/WAO-hiaat- en WIA/WAO- excedentuitkeringen) en de toekomstige opbouw van de pensioenen uit hoofde van de (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid bij de bepaling van contante waarde van deze verplichtingen verondersteld geen revalidatie plaats te vinden. Opbouw vanaf 2015 valt onder bepalingen Pensioenreglement 2015. Voorziening voor risico deelnemers Deze voorziening wordt opgebouwd uit (1) de afgedragen premie voor de Beschikbare Premie regeling van de werknemers van gemiddeld 2,8% van het pensioengevende salaris verhoogd met (2 )het rendement op de beleggingen en (3) verminderd met de ingekochte pensioenen. De beleggingen voor deze regeling worden voor rekening en risico van de deelnemers uitgevoerd. Met dit beleggingskapitaal wordt door de deelnemer een pensioen ingekocht bij ingang pensioen. Overige voorziening VPL Het fonds voert namens cao-partijen de overgangsregeling VPL uit conform Artikel 49 Overgangsbepalingen VPL van het Pensioenreglement 2015. Deze overgangsregeling is van toepassing voor de werknemers die op 31 maart 1999 in dienst waren, die vanaf genoemde datum tot en met 31 december 2005 ononderbroken deelnemer in het pensioenfonds zijn geweest en die het deelnemer schap vanaf 31 december 2005 ononderbroken hebben voortgezet tot en met 31 december 2020, of tot het bereiken van de (vervroegde) pensioendatum. De regeling beoogt een aanvullende pensioentoekenning bij pensionering waarbij gebruik wordt gemaakt van de fiscale ruimte die per 31 december 2005 bestond ten opzichte van de bij het pensioenfonds opgebouwde aanspraken. Recht op deze toekenning ontstaat alleen indien het bestuur haar jaarlijkse besluit heeft genomen tot toekenning van de aanspraken aan diegenen die het eerstvolgende boekjaar gebruik kunnen maken van de regeling. De voor de overgangsregeling ontvangen premies worden strikt gescheiden van de premie voor de pensioenregeling. De Overige voorziening VPL groeit door de werkgevers betaalde VPL-premies over het boekjaar en de beleggingsopbrengsten (vanaf 1 januari 2015) onder aftrek van uitvoerings- en administratiekosten. In geval van gebruikmaking van de regeling door een betrokken werknemer wordt deze Overige voorziening VPL aangesproken. In 2013 heeft het bestuur besloten de verplichtingen van de overgangsregeling VPL te classificeren als ‘Overige voorziening VPL’. In 2014 heeft het bestuur besloten het ‘depot overgangsregeling te onttrekken uit de algemene reserve en te classificeren als ‘bestemde reserve (Depot Overgangsregeling VPL’). Vanaf september 2014 wordt de bestemde reserve ‘Depot Overgangsregeling VPL’ niet meegerekend tot het vermogen van het fonds. In 2015 heeft het bestuur besloten tot een stelselwijziging om het ‘Depot Overgangsregeling VPL’ uit de reserves te halen en samen te voegen met ‘Overige Voorziening VPL’. Overige Voorziening VPL wordt niet meegerekend in de dekkingsgraad van het fonds. In 2016 en 2017 zijn er geen aanpassingen. Resultaatbepaling Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Directe beleggingsopbrengsten Onder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vastrentende waarden verstaan de rente-opbrengst verminderd met de kosten; bij de zakelijke waarden wordt hieronder verstaan het bruto-dividend, voor aftrek van dividendbelasting, verminderd met de kosten. De intresten van overige activa en passiva worden opgenomen op basis van nominale bedragen. Indirecte beleggingsopbrengsten Onder deze post worden de volgende resultaten opgenomen: - gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van aandelen en obligaties; - gerealiseerde koersverschillen bij (af)lossing van leningen op schuldbekentenis en obligaties; - boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op schuldbekentenis; - valutaverschillen met betrekking tot zakelijke waarden, vastrentende waarden, deposito’s, valutatermijntransacties en bankrekeningen in buitenlandse valuta; - niet-gerealiseerde koers- en valutaverschillen inzake aandelen, obligaties en leningen op schuldbekentenis. Kosten vermogensbeheer Dit betreft de kosten voor uitvoering vermogensbeheer die bestaan uit de aan het fonds gefactureerde kosten. Herverzekering Het fonds heeft de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid in 2017 herverzekerd bij Elips Life.
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=