Page 103 - SCA_jaarverslag_2010

Basic HTML Version

Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2010
101
16.3 Begrippenlijst
Aandelen
Bewijzen van deelneming in het vermogen van een onderneming. De bewijzen
zijn verhandelbaar op de beurs.
ABTN
Afkorting voor actuariële en bedrijfstechnische nota. In de ABTN wordt
door het bestuur van een pensioenfonds uiteengezet welke actuariële
en bedrijfstechnische opzet ten grondslag ligt aan een fonds. Ook wel
bedrijfsplan genoemd. Hierin komen drie hoofdonderwerpen aan de orde:
de wijze van vaststelling van de verplichtingen jegens de deelnemers, de
beleggingsportefeuille en het intern risicobeheersingssysteem.
Accounting standaarden
Centrale afspraken, gemaakt door de beroepsgroep van accountants, over
de wijze waarop het jaarverslag van een onderneming wordt ingericht met
gebruikmaking van uniforme waarderingsmethoden en begrippen. Deze
afspraken moeten er toe leiden dat de jaarverslagen beter met elkaar kunnen
worden vergeleken.
Actuaris
Een wiskundige gespecialiseerd in levensverzekeringen, die berekent onder meer
de voorziening pensioenverplichtingen van het fonds en adviseert het fonds over
het te voeren pensioenbeleid.
Actuariële methoden
Methoden ommet behulp van actuariële grondslagen de contante waarde te
berekenen van een reeks toekomstige uitkeringen of bijdragen.
Actuariële grondslagen
Wanneer een contante waarde van een reeks toekomstige uitkeringen moet
worden bepaald maakt de actuaris gebruik van actuariële grondslagen, zoals:
de marktrente; de kansstelsels: sterftekansen, arbeidsongeschiktheids- en
revalideringskansen, frequenties van gehuwd zijn, soms ook toekomstige
salarisontwikkeling of indexatiebeleid enz.; kostenopslagen (bijvoorbeeld voor
administratiekosten en/of uitbetalingskosten).
Actuele waarde
De actuele waarde is voor beleggingen waarvoor dagelijks openbare prijzen
worden vastgesteld, zoals aandelen en obligaties, de beurswaarde. Voor andere
vastrentende waarden, zoals onderhandse leningen en hypotheken, wordt de
actuele waarde benaderd als de contante waarde van de toekomstige netto
kasstromen. Als actuele waarde van de beleggingen in vastgoedfondsen wordt
de intrinsieke waarde gehanteerd.
Autoriteit Financiële Markten
De toezichthouder die toeziet op de gedragingen van verantwoordelijke directies
en besturen van financiële instellingen, dus ook pensioenfondsen.
Algemene nabestaandenwet
De Anw vervangt met ingang van 1 juli 1996 de AlgemeneWeduwen- en
Wezenwet. De volgende groepen hebben recht op een
Anw-uitkering bij overlijden van de echtgeno(o)t(e) of partner:
– nabestaanden geboren vóór 1 januari 1950;
– nabestaanden die ongehuwde kinderen jonger dan 18 jaar verzorgen;
– nabestaanden die voor ten minste 45% arbeidsongeschikt zijn.
De netto Anw-uitkering bedraagt maximaal 70% van het netto minimumloon en
is afhankelijk van het inkomen. Een gedeelte van het inkomen uit arbeid wordt
vrijgelaten. Ongehuwd samenwonenden worden gelijkgesteld met gehuwden.
Algemene Ouderdomswet
De Algemene Ouderdomswet (AOW) is in 1956 tot stand gekomen. Het is een
volksverzekering en geldt dus voor alle ingezetenen van Nederland. De AOW
voorziet in uitkeringen bij ouderdom. De uitkeringen gaan in op de eerste dag
van de maand waarin de verzekerde 65 jaar wordt. De hoogte van de uitkeringen
is niet afhankelijk van het loon dat gedurende een eventuele loopbaan is
verdiend, maar is afhankelijk van de burgerlijke staat en de gezinssituatie waarin
de verzekerde verkeert.
ALM
Afkorting voor Asset Liability Management. Een ALM-studie betreft de analyse
van het risicobeheer van de balans tussen activa en de passiva van een
pensioenfonds.
Deze studie dient te resulteren in de formulering van een strategisch
beleggingsbeleid.
Arbeidsongeschiktheidspensioen
Het arbeidsongeschiktheidspensioen is een aanvulling van het pensioenfonds
op de arbeidsongeschiktheidsuitkering van de overheid. In het algemeen
zijn er twee soorten arbeidsongeschiktheidspensioenen: (1) het
arbeidsongeschiktheidspensioen ter dekking van het WAO/WIA-hiaat en (2) het
excedent arbeidsongeschiktheidspensioen.
Asset-mix
De verdeling van de beleggingen over de verschillende beleggingscategorieën.
Backservice
Pensioenaanspraken (of de waarde ervan) die betrekking hebben op
de achterliggende dienstjaren en die ontstaan door verandering in de
pensioengrondslag.
Benchmark
Vooraf vastgestelde, objectieve maatstaf voor de prestatie van (de beheerder van)
een beleggingsportefeuille of pensioenfonds. Een beursindex bijvoorbeeld. In
het strategisch beleggingsbeleid wordt door het pensioenfonds zelf vooraf een
normportefeuille, al dan niet bestaande uit indices, bepaald. Aan de hand van de
benchmark kunnen normwegingen voor de verdeling van de beleggingen over
(sub)categorieën, en normrendementen bij een gegeven risicoprofiel van het
fonds worden benoemd.
Bestuurderstoets
De bestuurderstoets wordt uitgevoerd door De Nederlandsche Bank (DNB). Door
middel van deze toets –waartoe het bestuur DNB van diverse documenten moet
voorzien– kan de toezichthouder zich een beeld vormen van de deskundigheid
en integriteit van de bestuurders van het pensioenfonds. Indien de toets tot een
negatief oordeel leidt, kan DNB een voorgenomen (her)benoeming van een
kandidaat-bestuurslid tegenhouden.
Beurskoers
Marktprijs van een aandeel, obligatie of andere waardepapieren.
Bijzonder partnerpensioen
Indien het huwelijk, geregistreerd partnerschap of partnerrelatie in de zin van de
pensioenovereenkomst van een (gewezen) deelnemer aan een pensioenregeling
eindigt, verkrijgt de gewezen echtgenoot of partner een premievrije aanspraak
op partnerpensioen, tenzij expliciet anders is overeengekomen.
Calloptie
De koper van de calloptie krijgt het recht om de onderliggende waarde van de
optie (aandelen bijvoorbeeld) – gedurende de looptijd van de optie voor een
bepaald bedrag –de uitoefenprijs– te kopen. Voor dat recht betaalt hij premie.
De verkoper van een calloptie –de schrijver– moet eventueel de onderliggende
waarde leveren aan de koper van de optie tegen de uitoefenprijs. De
optieschrijver ontvangt voor deze verplichting de optie premie.
Contante waarde
De contante waarde op een bepaald moment van (een serie) betalingen in
de toekomst, is het bedrag dat op dat moment aanwezig zou moeten zijn
om, rekening houdend met rente-aangroei (marktrente) en eventuele andere
actuariële grondslagen, deze toekomstige betalingen te kunnen verrichten.
Conversie
Bij conversie (omzetting) wijzigt naast de aard van de pensioenaanspraken,
ook de persoon van de verzekerde. Daarbij wordt de helft van het
ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd en het bijzonder
partnerpensioen omgezet in een aanspraak op ouderdomspensioen voor de
ex-partner of ex-echtgenote.
Converteerbare obligatie
Een obligatie die gedurende de looptijd kan worden omgewisseld
(geconverteerd) in aandelen. Deze mogelijkheid is als een extraatje aan de
obligatie meegegeven door de uitgever, teneinde de obligatie gemakkelijker te
kunnen plaatsen.
Coupon
Genummerd deel van de obligatie waarop de jaarlijkse rente wordt uitbetaald.