104
Solvabiliteit
Het vermogen om (nu en op termijn) aan de financiële verplichtingen te kunnen
voldoen.
Slaper
Zie ook gewezen deelnemer.
Ster ftetafels
Geven aan wat de levens- en sterftekansen zijn van mannen en vrouwen
in Nederland, afhankelijk van de bereikte leeftijd. Ze worden gebruikt bij de
berekening van de voorziening pensioenverplichtingen door de actuaris.
Tegenwoordig worden de sterftetafels ook wel vaker overlevingstafels genoemd.
In augustus 2010 heeft het Actuarieel Genootschap (AG) de Prognosetafel van de
overlevingskansen 2010-2060 gepubliceerd (gebaseerd op de bevolkingssterfte
in de jaren 1987 tot en met 2008). Veel pensioenfondsen hebben deze AG
Prognosetafel gevolgd.
Taakafbakening
Met deze term wordt de verdeling van de markt voor aanvullende
pensioenproducten over pensioenfondsen en verzekeraars aangegeven.
Pensioenfondsen zijn aan strikte regels gebonden met betrekking tot hetgeen
wordt verzekerd ten behoeve van de deelnemers aan bedrijfstak – dan wel
ondernemingspensioenfondsregelingen. In het algemeen moeten deze
regelingen c.q. afzonderlijke onderdelen daarvan worden gekenmerkt
door solidariteit en collectiviteit. Strikt individuele pensioenproducten,
zonder financiële betrokkenheid van de werkgever, zijn voorbehouden aan
verzekeringsmaatschappijen. De taakafbakening is neergelegd in een ministeriële
regeling van het ministerie van Sociale Zaken enWerkgelegenheid.
Toeslag(verlening)
Een toeslag of toeslagverlening is een verhoging van een pensioenrecht of een
aanspraak op pensioen, welke is gebaseerd op een in het pensioenreglement
omschreven regeling, dan wel op incidentele basis wordt verleend.
Zie ook indexatie.
Totaal rendement
Het totaal rendement van een belegging is samengesteld uit de koerswinst of het
koersverlies (indirecte beleggingsopbrengsten) over de beschouwde periode,
terwijl de directe beleggingsopbrengsten (dividend, rente, aflossingen, huur en
dergelijke uitkeringen) meteen worden herbelegd en tijdsgewogen in het totaal
rendement worden meegenomen. Het totaal rendement wordt uitgedrukt in een
percentage ten opzichte van het gemiddeld belegd vermogen.
Uitruil
In pensioenregelingen waarin voor gehuwden een partnerpensioen wordt
opgebouwd, moet uiterlijk vanaf 1 januari 2002 een keuzemogelijkheid zijn
opgenomen tussen enerzijds (een deel van) het opgebouwde partnerpensioen
en anderzijds een hoger of eerder ingaand ouderdomspensioen. Deze
keuzemogelijkheid moet openstaan voor iedere deelnemer, ongeacht
de burgerlijke staat. Voorbeelden van andere keuzemogelijkheden in
pensioenregelingen, zijn de uitruil van (andere) pensioensoorten zoals
ouderdoms- in partnerpensioen en vervroeging of uitstel van de pensioendatum.
UPO
In de Pensioenwet is vastgelegd dat het pensioenfonds verplicht is om
deelnemers jaarlijks een pensioenoverzicht te versturen in de vorm van het
Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Deelnemers kunnen op deze manier
gemakkelijk pensioenbedragen vergelijken en bij elkaar optellen. Verwacht wordt
dat de betrokkenheid bij en inzicht in de financiële pensioensituatie hierdoor
toeneemt. Het UPO is een gestandaardiseerd pensioenoverzicht dat jaarlijks
wordt verstrekt. Het geeft de deelnemer inzicht in de huidige en toekomstige
pensioensituatie. Daarnaast vindt men op het overzicht terug wat is geregeld
voor nabestaanden.
Vastrentende waarden
Hypothecaire leningen, liquiditeiten, leningen op schuldbekentenis en obligaties.
Verantwoordingsorgaan
Door de Pension Fund Governance gehanteerde term voor een orgaan
waar het bestuur verantwoording aan aflegt en waarin de deelnemers, de
pensioengerechtigden en de werkgever(s) zijn vertegenwoordigd. Ook ‘slapers’
kunnen hierin zijn vertegenwoordigd.
Verevening
Verdeling van de tijdens het huwelijk opgebouwde aanspraken op
ouderdomspensioen volgens de regels van deWet verevening pensioenrechten
bij scheiding.
Verzekeringstechnische risico’s
Bij het verzekeren van pensioenaanspraken loopt een fonds een langlevenrisico
voor het ouderdomspensioen als verzekerden langer leven dan volgens de
gebruikte overlevingstafel wordt verwacht. Voor het nabestaandenpensioen
loopt het fonds een kortlevenrisico als de verzekerden korter leven dan volgens
de overlevingstafel wordt verwacht. Ook kan het invaliditeitsrisico worden
gerekend tot de verzekeringstechnische risico’s van fondsen.
Volatiliteit
De beweeglijkheid van beurskoersen.
Voorziening pensioenverplichtingen
Dit is de, met inachtneming van de actuariële grondslagen (marktrente,
kansstelsels en kostenopslagen), vastgestelde balanspost die de gekapitaliseerde
waarde (contante waarde) van de opgebouwde pensioenen aangeeft.
Waardeoverdracht
Het is mogelijk het pensioen dat bij een vorige werkgever is opgebouwd over
te brengen naar het pensioenfonds van een nieuwe werkgever. Dit noemen we
waardeoverdracht. In dat geval vervallen de opgebouwde aanspraken bij het
‘oude’ pensioenfonds.
Waardevast
Aanpassing aan de stijging van de prijzen.
Welvaartvast
Aanpassing aan de stijging van de lonen.
Wezenpensioen
Een tijdelijke pensioenuitkering die na overlijden van (gewezen) deelnemers
wordt verstrekt aan kinderen tot een bepaalde leeftijd.
Zie ook nabestaandenpensioen.
WGA-hiaatpensioen
Op grond van deWIA ontvangt een gedeeltelijk arbeidsongeschikte in eerste
instantie een loongerelateerdeWGA-uitkering. De hoogte van deze uitkering is
afhankelijk van wat de gedeeltelijk arbeidsongeschikte nog verdient. De duur van
deze uitkering is echter beperkt en hangt af van hoe lang de arbeidsongeschikte
heeft gewerkt.
Als na het einde van de loongerelateerde uitkering de gedeeltelijk
arbeidsongeschikte nog niet werkt of minder verdient dan 50% van de door het
UWV vastgestelde verdiencapaciteit, ontvangt de gedeeltelijk arbeidsongeschikte
een uitkering gebaseerd op een percentage van het minimumloon (afhankelijk
van de mate van arbeidsongeschiktheid). Deze vervolguitkering bedraagt minder
dan de loonaanvullinguitkering die de arbeidsongeschikte ontvangen zou
hebben als deze 50% of meer van zijn verdiencapaciteit zou benutten. Dit verschil
wordt het WGA-hiaat genoemd. Een pensioenfonds kan dit verschil met een
WGA-hiaatpensioen aanvullen.
WIA
Afkorting van deWet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen. DeWIA geldt voor
mensen die op of na 1 januari 2004 arbeidsgeschikt zijn geworden. Degenen
die voor die datum al arbeidsongeschikt waren, blijven onder deWAO vallen.
De aanleiding voor deze wet was het grote aantal mensen dat een beroep deed
op deWAO. In de nieuwe wet staat werken voorop. Werknemers en werkgevers
worden met financiële prikkels gestimuleerd er alles aan te doen om gedeeltelijk
arbeidsgeschikten aan het werk te helpen of te houden.
WIA-uitkering
Een arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in deWIA. Deze uitkering kan
gebaseerd zijn op de Regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten
(WGA) of de Regeling inkomensvoorziening volledig arbeidsongeschikten (IVA).
WVPS
Afkorting van deWet verevening pensioenrechten bij scheiding.
Zakelijke waarden
Aandelen, converteerbare obligaties en onroerend goed(fondsen).