86
Hierna zijn de uitkomsten weergegeven voor de verschillende risicocategorieën, gebruik makend van de feitelijke beleggingsmix:
2010
2009
€
%
€
%
Renterisico (S1)
7.122
3,8
6.982
4,0
Zakelijke waarden risico (S2)
20.006
10,5
14.870
8,6
Valutarisico (S3)
5.837
3,1
578
0,3
Grondstoffenrisico (S4)
0
0,0
0
0,0
Kredietrisico (S5)
409
0,2
1.622
0,9
Verzekeringstechnisch risico (S6)
5.316
2,8
4.797
2,8
Diversificatie-effect
-13.078
-6,9
-8.857
-5,1
Vereist eigen vermogen (o.b.v. de feitelijke beleggingsmix)
25.612
13,5
19.992
11,6
Aanwezige dekkingsgraad
22.160
111,7
18.366
110,6
Minimaal vereiste dekkingsgraad
7.894
104,2
7.150
104,1
Vereiste dekkingsgraad (o.b.v. strategische beleggingsmix)
24.472
112,9
19.103
111,1
Vereiste dekkingsgraad (o.b.v. feitelijke beleggingsmix)
25.612
113,5
19.992
111,6
De dekkingsgraad wordt berekend door het totaal van de activa voor risico van het pensioenfonds (minus de passiefposten
kortlopende schulden en overlopende passiva) te delen door de voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds.
Het afgelopen jaar is deze, op grondslagen van het pensioenfonds, toegenomen van 110,6% (2009) tot 111,7% (2010).
Renterisico
Het Pensioenfonds kent een langere looptijd voor pensioenverplichtingen dan voor de looptijd van de beleggingen. Het renterisico
wordt veroorzaakt, doordat de rentegevoeligheid van de verplichtingen afwijkt van de rentegevoeligheid van de beleggingen.
De stijging van de rentestanden die worden gehanteerd bij de berekeningen van de Voorziening pensioenverplichtingen (eind
2010: 3,45% ten opzichte van eind 2009: 3,88%) leidt tot een stijging van de Voorziening pensioenverplichtingen (in 2010 in totaliteit
€ 35,61 miljoen).
De beleggingen, gewaardeerd tegen marktwaarde, zijn in meer of mindere mate gerelateerd aan ontwikkelingen van de rentestanden.
Door de periodieke afstemming van beide ontwikkelingen wordt de dekkingsgraad nauwgezet gemonitord. Deze rentegevoeligheid
is één van de actoren bij de bepaling van de (strategische) assetallocatie en de duratie van de portefeuilles. Het renterisico is afgedekt
door middel van renteswaps. De swaps hebben een contractomvang (notional) van € 126,05 miljoen (ring H), respectievelijk van
€ 100,70 (ring P). Het ongerealiseerd resultaat bedraagt € 12,318 miljoen voor ring H en € 4,731 miljoen voor ring P.
De durations van de vastrentende waarden bedragen:
– Ring H: staatsobligaties 13,1 en bedrijfsobligaties (credits) 4,0;
– Ring P: staatsobligaties 13,1 en bedrijfsobligaties (credits) 3,9.