Page 29 - SCA_jaarverslag_2011

Basic HTML Version

Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2011
28
S t i c ht ing P e ns i o e nf o nd s S CA
Ana l y s e van he t re s ul t aa t in e uro x 1. 0 0 0
2 0 11
2 0 10
2 0 11
2 0 10
R es ult aat op :
Premie
13 .023
2 .716
3 .975
781
Belegg ing en
16 .609
2 1.500
10 .814
20 .152
Ind exat ie p er 1 januari
0
-1.087
0
0
Ko s ten
0
0
0
0
Kans s ys t emen
-135
126
622
424
Rentet ermijns t ruct uur
-34 .456
-19 .955
-26 .556 -15.655
Ext ra vo o rziening lang leven
0
-4 .636
0 -3 .880
Overig e
-472
-1.093
-167
1.972
N e t t o R e s ul t aa t
- 5 . 4 3 1 - 2 . 4 2 9 - 11. 3 12 3 . 79 4
R ing H
R ing P
Toelichting op de resultaatcomponenten
Resultaat op premie
Ring H
: het resultaat op premie van € 13,0 miljoen is
hoger dan in 2010 (€ 2,7 miljoen) door extra
premiestorting van de werkgever (€ 13.604.000). Tevens
was sprake van een inkoopsom aanvulling prepensioen
van € 2,360 miljoen.
Ring P
: het resultaat op premie van € 3,975 miljoen is
hoger dan in 2020 (€ 0,781 miljoen) door extra
premiestorting van de werkgever (€ 4.875.512). Tevens
was sprake van een inkoopsom aanvulling prepensioen
van € 4,133 miljoen.
Resultaat op beleggingen
Het beleggingsresultaat is de som van de directe
beleggingsopbrengsten, de indirecte
beleggingsopbrengsten, kosten vermogensbeheer minus
het benodigde beleggingsresultaat op basis van een
eenjaarsrente. Voor 2011 bedraagt de 1-jaarsrente
1,296% (2010: 1,303%). In onderstaande tabel worden
deze componenten apart aangegeven.
Stichting Pensioenfonds SCA
Resul taat op be leggingen in euro mi l joen
2 0 11
2 0 10
2 0 11
2 0 10
Directe b elegg ing s o pb reng s t en
3 ,6 21 2 ,053
3 ,713
1,371
Ind irect e b eleg g ing s op b reng s t en
16 ,2 11 23 ,63 5
10 ,0 9 1 2 2 ,3 8 6
Ko s ten vermo gensb eheer
-0 ,70 8 -0 ,6 3 6
-0 ,6 75 -0 ,6 0 1
Beno d ig d b eleg g ing s res ult aat
-2 ,515 -3 ,552
-2 ,3 15 -3 ,0 0 4
To t a a l
16 , 6 0 9 2 1, 5 0 0 10 , 8 14 2 0 , 152
To t aal beleg d vermo g en
2 55,1 2 2 0 ,5
2 27,8 2 12 ,0
Ring H
Ring P
Toelichting tabel (zie ook Hoofdstuk 6
Vermogensbeheer):
-
De indirecte beleggingsopbrengsten zijn hoog door
daling van de rente (hogere waarde van de
vastrentende portefeuille en de rente-swaps).
-
De benodigde interest toevoeging bedraagt circa euro
2,3-2,5 miljoen door de lage 1-jaarsrente van1,296%
(2010: 1,303%).
-
De kosten vermogensbeheer zijn gestegen door
beheer van een groter vermogen. In Hoofdstuk 5
Governance wordt een opsplitsing gegeven van de
kosten vermogensbeheer.
Resultaat op indexatie
Voor beide ringen is het resultaat op indexatie 0 omdat er
per 1 januari 2011 geen indexaties zijn toegekend.
Resultaat op kosten
Het betreft hier de (uitvoerings)kosten voor administratie
en uitvoering niet de vermogensbeheerkosten. In
voorgaande jaren was er steeds een negatief ‘resultaat op
kosten’. Dit werd echter gecompenseerd door het
resultaat op premie. Onder de Pensioenwet dient de
premie echter een component te bevatten ter dekking van
alle uitvoeringskosten, zodat –per definitie– het resultaat
op kosten 0 is. Een uitgebreid overzicht van de kosten
pensioenbeheer wordt verstrekt in Toelichting 21 op de
financiële staten. Bij beide ringen zijn de kosten
afgenomen over bijna de gehele linie door scherp
kostenbeheer. Dit is mede mogelijk gemaakt door de
fusie tot een multi-opf organisatievorm. Bij Ring H
daalde de kosten van euro 804 duizend tot euro 662
duizend en bij Ring P van euro 717 duizend tot euro 624
duizend.
Resultaat op kanssystemen
Hieronder vallen onder andere sterfte,
arbeidsongeschiktheid en actuarieel resultaat op mutaties.
Het resultaat voor Ring H is negatief vanwege het een
negatief resultaat op arbeidsongeschiktheid. Bij Ring P is
het resultaat positief in verband met de sterfte-
ontwikkeling.
Resultaat op rentetermijnstructuur
Dit resultaat was in 2011 voor beide ringen een
belangrijke negatieve component in het totaalresultaat
door daling van de (afgeleide) rente van 3,45% naar
2,75% voor Ring H en 2,73% voor Ring P en bedroeg
voor Ring H € -34,456 miljoen en voor Ring P € -26,556
miljoen. De negatieve component voor Ring H is groter
dan voor Ring P doordat de populatie voor Ring H jonger
is (een duratie heeft van 19,8 jaar tegen 16,2 jaar voor
Ring P) en de rentedalingen voor de rente van ongeveer
20 jaar het grootst waren.
Resultaat op extra voorziening lang leven
In 2010 zijn de nieuwe levensverwachtingen door het
Actuarieel genootschap gepubliceerd middels de nieuwe
tafels AG 2010-2060. Het bestuur heeft besloten deze
nieuwe AG tafel in 2010 toe te passen voor beide ringen
en de verplichtingen hierop ultimo 2010 aan te passen. In
2011 zijn er geen aanpassingen meer geweest zodat het
resultaat 0 is.
11.5 Toelichting vermogenspositie
De actuaris heeft conform het Financieel Toetsingskader
(FTK) de vermogensposities vastgesteld en uitgedrukt in
percentages van de verplichtingen (VPV; feitelijke mix):