Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2012
28
Stichting Pensioenfonds SCA
Analyse van het resultaat in euro x 1.000
2012
2011
2012
2011
Resultaat op:
Premie
688 13.023
1.125 3.975
Beleggingen
26.069
16.609
21.584 10.814
Indexatie per 1 januari
-45
0
-1
0
Kosten
0
0
0
0
Kanssystemen
-59
-135
1.047
622
Rentetermijnstructuur
-14.893 -34.456
-14.678 -26.556
Extra voorziening lang leven -4.799
0
-4.790
0
Overige
11
-472
-64
-167
Netto Resultaat
6.972
-5.431
4.223 -11.312
Ring H
Ring P
Toelichting op de resultaatcomponenten
Resultaat op premie
Ring H
: het resultaat op premie van € 0,7 miljoen is
positief maar lager dan in 2011 (€ 13,0 miljoen). In 2011
was er sprake van een extra premiestorting van de
werkgever (€ 13.604.000).
Ring P
: het resultaat op premie van € 1,1 miljoen is
positief maar lager dan in 2011 (€ 3,975 miljoen) In 2011
was er sprake van een extra premiestorting van de
werkgever (€ 4.875.512).
Resultaat op beleggingen
Het beleggingsresultaat is de som van de directe
beleggingsopbrengsten, de indirecte
beleggingsopbrengsten, kosten vermogensbeheer minus
het benodigde beleggingsresultaat op basis van een
eenjaarsrente. Voor 2012 bedraagt de 1-jaarsrente
1,544% (2011: 1,296%). In onderstaande tabel worden
deze componenten apart aangegeven.
Stichting Pensioenfonds SCA
Resultaat op beleggingen in euro miljoen
2012
2011
2012
2011
Directe beleggingsopbrengsten
2,361 3,621
2,636 3,713
Indirecte beleggingsopbrengsten 29,445 16,211 23,696 10,091
Kosten vermogensbeheer
-0,767 -0,708 -0,683 -0,675
Benodigd beleggingsresultaat
-4,970 -2,515 -4,065 -2,315
Totaal
26,069 16,609 21,584 10,814
Totaal belegd vermogen
287,5 255,1
251,1 227,8
Ring H
Ring P
Toelichting tabel (zie ook Hoofdstuk 6
Vermogensbeheer):
-
De indirecte beleggingsopbrengsten zijn hoog door
daling van de rente (hogere waarde van de
vastrentende portefeuille en de rente-swaps).
-
De benodigde interest toevoeging bedraagt circa euro
4-5 miljoen door de lage 1-jaarsrente van1,544%
(2011: 1,296%).
-
De kosten vermogensbeheer zijn gestegen door
beheer van een groter vermogen. In Hoofdstuk 5
Governance wordt een opsplitsing gegeven van de
kosten vermogensbeheer.
Resultaat op indexatie
Per 1 januari 2012 is er geen indexatie verleend. Echter
het resultaat bij beide ringen is niet nul vanwege
correcties op indexatieverlening uit voorgaande
boekjaren.
Resultaat op kosten
Het betreft hier de (uitvoerings)kosten voor administratie
en uitvoering niet de vermogensbeheerkosten. In
voorgaande jaren was er steeds een negatief ‘resultaat op
kosten’. Dit werd echter gecompenseerd door het
resultaat op premie. Onder de Pensioenwet dient de
premie echter een component te bevatten ter dekking van
alle uitvoeringskosten, zodat –per definitie– het resultaat
op kosten 0 is. Een uitgebreid overzicht van de kosten
pensioenbeheer wordt verstrekt in Toelichting 21 op de
financiële staten. Bij beide ringen zijn de kosten
afgenomen over bijna de gehele linie. Dit is mede
mogelijk gemaakt door de fusie tot een multi-opf
organisatievorm. Bij Ring H daalde de kosten van euro
662 duizend tot euro 652 duizend en bij Ring P van euro
624 duizend tot euro 543 duizend.
Resultaat op kanssystemen
Hieronder vallen onder andere sterfte,
arbeidsongeschiktheid en actuarieel resultaat op mutaties.
Het resultaat voor Ring H is negatief vanwege het een
negatief resultaat op sterfte. Bij Ring P is het resultaat
positief in verband met de sterfte-ontwikkeling.
Resultaat op rentetermijnstructuur
Dit resultaat was in 2012 voor beide ringen een
belangrijke negatieve component in het totaalresultaat
door daling van de (afgeleide) rente van 2,75% naar
2,52% voor Ring H en 2,41% voor Ring P en bedroeg
voor Ring H € -14,893 miljoen en voor Ring P € -14,678
miljoen.
Per 30 september 2012 heeft De Nederlandsche bank een
nieuwe methodiek voor vaststelling van de
rentetermijnstructuur bekend gemaakt: de Ultimate
Forward Rate, UFR. Door toepassing van deze UFR ten
opzichte van de oude methodiek namen de verplichtingen
van het fonds richting ultimo het jaar gering af.
Resultaat op extra voorziening lang leven
In 2012 zijn de nieuwe levensverwachtingen door het
Actuarieel genootschap gepubliceerd middels de nieuwe
tafels AG 2012-2062. Het bestuur heeft besloten deze
nieuwe AG tafel in 2012 toe te passen voor beide ringen
en de verplichtingen hierop ultimo 2012 aan te passen.
Ook heeft de actuaris een ervaringssterfte analyse
uitgevoerd. Deze vervangt de algemene
leeftijdsterugstelling van 1 jaar (voor mannen en
vrouwen). Per saldo zijn de verplichtingen hierdoor voor
Ring H met 1,80% gestegen en bij Ring P met 2,04%.
Nederlanders gaan steeds langer leven. Dit houdt met
name verband met betere medicatie, mogelijk in
combinatie door een betere levensstijl.
Het langer leven van de deelnemers van het
pensioenfonds verhoogt de verplichtingen. Voor slapers
en gepensioneerden wordt in feite het langer leven
gefinancierd uit de buffers van het vermogen, waardoor
mede de dekkingsgraden onder druk staan en de
indexatieruimte beperkt is. In de volgende tabel wordt
een historisch overzicht gegeven van de verzwaring van
de verplichtingen als gevolg van langer leven.
