Jaarverslag 2015, SCA Hygiene - page 61

Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2015
60
vermogen juist toereikend is om de opgebouwde rechten te betalen. Een
percentage lager dan 100% geeft aan dat er sprake is van onderdekking.
Met de invoering van het nieuwe financiële toetsingskader per 1 januari
2015 is de term beleidsdekkingsgraad geïntroduceerd. De
beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde (actuele) dekkingsgraad over de
laatste 12 maanden. De overheid heeft deze regel ingevoerd, omdat de
dekkingsgraad hierdoor minder pieken en dalen vertoont. Zo wordt
onder meer voorkomen dat het bestuur op basis van een
momentopname ingrijpende besluiten moet nemen. De toezichthouder
DNB eist dat pensioenfondsen een beleidsdekkingsgraad van 110%-
130% nastreven, afhankelijk van de mate van risico die zij in hun
beleggingsbeleid accepteren.
De Nederlandsche Bank
Bij wet ingesteld toezichthoudend orgaan dat onder andere de navolging
van de Pensioenwet bewaakt.
Derivaten
Financiële contracten waarvan de waarde afhankelijk is van een of meer
onderliggende activa, referentieprijzen of indices. Voorbeelden van
derivaten zijn opties, termijncontracten en rente- en valutaswaps.
Directe beleggingsopbrengsten
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden verstaan: dividend- en
rente opbrengsten van de beleggingen.
Duration (VPV)
De gewogen gemiddelde looptijd van de pensioenbetalingen van een
pensioenfonds, op basis van de contante waarde van deze betalingen.
De duration van een rijp fonds is 12-13 jaar tegenover 15-20 van een
jong fonds.
Duration (vastrentende waarden)
De gewogen gemiddelde looptijd van de kasstromen van een obligatie,
waarbij weging geschiedt op basis van de contante waarde van iedere
kasstroom. Duration is een graadmeter voor de rentegevoeligheid van
een obligatie. In de regel: hoe langer de looptijd van een obligatie, hoe
gevoeliger de koers van die obligatie voor renteveranderingen.
Duration matching
Een beleggingsstrategie die beoogt om de duration van het vastrentende
deel van de beleggingsportefeuille van een pensioenfonds te verlengen
zodat hij de duration van de VPV van het fonds benadert. Hierdoor
wordt het renterisico voor het fonds nagenoeg uitgeschakeld.
Effectentypisch gedragstoezicht
Toezicht uitgeoefend door de Autoriteit Financiële Markten dat toeziet
op de gedragingen van verantwoordelijke directies en besturen van
financiële instellingen, zoals de naleving van gedragscodes.
Eindloonregeling
Een eindloonregeling is in het algemeen een pensioenregeling, waarin
de hoogte van het pensioen afgeleid is van het laatstverdiende salaris.
Zolang men deelneemt aan de pensioenregeling volgt het pensioen zo
de eigen loonontwikkeling. Dat is niet meer het geval als men niet meer
deelneemt aan de pensioenregeling.
Ervaringssterfte
De pensioenfondsspecifieke correctie op de gehanteerde, landelijke,
overlevingstafel. Deze correctie kan voor verschillende leeftijden en
voor mannen en vrouwen verschillen. De combinatie van
overlevingstafel en de hier op toegepaste ervaringssterfte bepalen de
levensverwachting van deelnemers binnen het fonds en daarmee mede
de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen.
Franchise
In veel pensioenregelingen is een bepaald drempelbedrag opgenomen
waarover geen pensioenopbouw plaatsvindt omdat de AOW geacht
wordt hierover pensioen te verlenen. Dit bedrag is veelal afgeleid van
de uitkeringen krachtens de AOW en wordt dan ‘franchise’ genoemd.
Financieel toetsingskader (FTK)
Een rekenmethode die alle pensioenfondsen op last van de
toezichthouder DNB vanaf 2007 toepassen. De kern van het FTK is dat
de pensioenverplichtingen niet meer tegen een vaste rekenrente van 4%,
maar op basis van de actuele marktrente worden verdisconteerd
(constant gemaakt). Het FTK stelt ook stringente eisen met betrekking
tot de buffers die de fondsen moeten aanhouden. Ten slotte moeten
fondsen een kostendekkende premie van de werkgever eisen. Het
financieel toetsingskader is per 1 januari 2015 aangepast. Bij deze
aanpassing is onder meer het begrip beleidsdekkingsgraad
geïntroduceerd.
Gedragscode
De gedragscode bevat voorschriften voor bestuurders en eventuele
medewerkers van het pensioenfonds ter voorkoming van
belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij
het fonds aanwezige, vertrouwelijke informatie. Deze informatie betreft
voor een belangrijk deel de beleggingstransacties namens het fonds.
Gewezen deelnemer
Deelnemer van wie de deelname aan een pensioenregeling is beëindigd,
omdat hij niet meer voor het bedrijf werkt. De gewezen deelnemer
bouwt geen pensioenaanspraken meer op, maar houdt wel recht op zijn
of haar opgebouwde aanspraken. Een gewezen deelnemer wordt ook
wel een slaper genoemd.
Herverzekering
Het door een pensioenfonds geheel of gedeeltelijk onderbrengen van
een pensioenregeling in een levensverzekeringsovereenkomst en/of het
door een pensioenfonds onderbrengen van extra hoge risico’s bij een
levensverzekeraar, zoals overlijdens- en invaliditeitsrisico’s van
deelnemers.
Index
Cijfer dat een gewogen gemiddelde uitdrukt en waaraan men kan zien
hoe een grootheid (bijvoorbeeld de beurskoersen in Amsterdam) zich
ontwikkeld heeft.
Indexatie
Een indexatie is een verhoging van een pensioenrecht of een aanspraak
op pensioen, welke is gebaseerd op een in het pensioenreglement
omschreven regeling, dan wel op incidentele basis wordt verleend.
Tegenwoordig wordt indexatie ook toeslag of toeslagverlening
genoemd.
Indirecte beleggingsopbrengsten
Onder de indirecte beleggingsopbrengsten vallen de gerealiseerde
verkoopresultaten inclusief valutaresultaten en de niet-gerealiseerde
herwaarderingsresultaten.
Intern toezicht
Het periodiek beoordelen van het functioneren van het bestuur van het
pensioenfonds door onafhankelijke deskundigen. Het intern toezicht
maakt deel uit van Wet versterking bestuur pensioenfondsen en de Code
Pensioenfondsen en. Het doel van het intern toezicht is het beter
functioneren van het pensioenfondsbestuur.
Intrinsieke waarde
De intrinsieke waarde per aandeel is de ‘werkelijke’ waarde van dat
aandeel, afgeleid van de onderliggende beleggingen. De intrinsieke
waarde wordt berekend door de waarde van de activa (bezittingen) te
verminderen met de passiva (schulden) en het saldo te delen door het
aantal uitstaande aandelen.
Koopsom
Een koopsom is een eenmalige betaling die aan de uitvoerder van de
pensioenregeling is verschuldigd en waarvoor een bepaalde
pensioenaanspraak wordt ingekocht. In beginsel is een koopsom dus
een eenmalige betaling en een premie een periodieke betaling. Zowel
premies als koopsommen dienen hetzelfde doel, namelijk de
financiering van de pensioenen.
Liquide middelen
Contant geld, dat op zeer korte termijn beschikbaar is.
Marktwaarde
De waarde van een belegging op de markt.
Marktrente
De rente zoals deze op een bepaald moment op de financiële markt
geldt.
Middelloonregeling
Een pensioenregeling waarbij het pensioen jaarlijks berekend wordt aan
de hand van het salaris in dat jaar. Het pensioen dat in voorgaande jaren
is opgebouwd wordt niet aangepast aan het nieuwe salaris. Wel bestaat
voor het pensioenfonds de mogelijkheid om het pensioen in de
middelloonregeling te indexeren. Daarmee wordt de koopkracht van het
pensioen behouden. Indexering is wel bijna altijd voorwaardelijk. Dat
betekent dat er niet of minder geïndexeerd wordt als er onvoldoende
geld is.
Multi-OPF
Een Multi-OPF is een pensioenfonds dat pensioenregelingen van
verschillende ondernemingen uitvoert. Het Multi-OPF moet de
vermogens van de verschillende deelnemende regelingen hierbij
1...
Powered by FlippingBook