Jaarverslag 2021, Stichting Pensioenfonds Essity

Stichting Pensioenfonds Essity Jaarverslag 2021 20 • Doorontwikkeling en actualisering van de IRM. De belangrijkste aanpassing betrof aanpassingen bij de Uitbestedingsrisico’s. Hier is onderscheid gemaakt in ‘generieke uitbestedings risico’s’ en ‘specifieke risico’s’ die dienstverlener gerelateerd zijn. • Per 1 november 2021 is het fonds overgestapt naar een nieuwe uitvoerder voor de beschikbare premieregeling (van AAPS naar de combinatie AZL en BlackRock). Deze wijziging is verwerkt in de IRM. • De SFH risicobeheer heeft in nauwe samenwerking met SFH Audit een risicoregister opgeleverd aan het bestuur ter onderbouwing voor het besluit finale goedkeuring te geven van de financiële transitie van het vermogen van de beschikbare premieregeling van circa euro 48 miljoen. • Sleutelfunctiehouder risicobeheer heeft per ultimo 2021 de IRM (als een verklaring) vastgesteld en aangeboden aan het bestuur van het fonds. Interne audit De IRM dient als uitgangspunt voor het intern ontwikkelde Integrale Audit Framework, IAF. De IAF bevat alle bijhorende, interne audit processen voor beheerste en integere bedrijfsvoering. Tevens geeft de Sleutelfunctiehouder Audit zijn beoordeling over reikwijdte en beheersingsniveau van benoemde audit processen. Naast het jaarrapport brengt de Sleutelfunctiehouder Audit per kwartaal zijn rapport uit. Specifieke ontwikkelingen audit in 2021 • Doorontwikkeling en actualisering van de IAF. De belangrijkste aanpassing betrof aanpassingen van de audit processen bij de Uitbestedingsrisico’s en het opstellen van de auditprocessen voor de nieuwe uitvoerders van de beschikbare premieregeling. • Sleutelfunctiehouder audit heeft per ultimo 2021 de IAF (als een verklaring) vastgesteld. Op enkele nieuwe processen na in relatie tot de nieuwe beschikbare premieregelinguitvoering, heeft de sleutelfunctiehouder alle processen als voldoende beoordeeld. Eigen risico beoordeling Eind 2020 is de Eigen Risico Beoordeling (ERB) opgesteld. In het kader van het risicobeheer voert het fonds ten minste driejaarlijks een ERB uit en legt de resultaten hiervan schriftelijk vast. In geval van een significante wijziging in het risicoprofiel van het fonds of door het fonds uitgevoerde pensioenregelingen vindt zo spoedig mogelijk een tussentijdse ERB plaats. De ERB van SPE wordt vrijwel volledig afgedekt door de IRM en IAF, waarmee met uitvoering van beide tevens uitvoering is gegeven aan de ERB. De IRM geeft een gedetailleerde uitwerking van de risico’s en de beoordeling van de risicomitigatie. In het jaarverslag van het pensioenfonds worden die jaarlijks generiek toegelicht. Onderstaand wordt de stand van zaken per hoofdrisicocategorie aangegeven. 11.2 Financiële risico’s (FR) FR1 kernzaken: 1. Solvabiliteitsrisico 2. Reserverisico 3. Inflatierisico 4. Verlaging pensioenopbouw 5. Aanpassing regeling/contract risico 6. Sponsor risico 7. Uitvoeringsovereenkomst Ad 1. Solvabiliteitsrisico Het risico dat het fonds de pensioentoezeggingen niet kan nakomen. Risico wordt zoveel als mogelijk gemitigeerd met het beleggingsbeleid dat afgestemd is op de risicohouding zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. Oordeel: laag risico. Ad 2. Reserverisico Het risico dat de buffers te laag zijn om neerwaartse schokken op te vangen. Het risico heeft zich gemanifesteerd. Het fonds heeft momenteel een vermogen lager dan het minimaal vereiste eigen vermogen en het vereiste eigen vermogen. Het is een hoog risico. Het bestuur acht het risico acceptabel, studies wijzen uit dat het fonds kan herstellen. Oordeel: hoog risico maar acceptabel. Ad 3. Inflatierisico Het risico van ontwaarding van nominale pensioentoezeggingen. Binnen de kaders van de opzet van het risicoprofiel en strategische beleggingsmix wordt het risico deels afgedekt. Via een haalbaarheidsstudie- en toets worden kansen op indexatie weergegeven. Deze zijn gecommuniceerd met Sociale Partners en die accepteren de uitkomsten. De kans op inflatiecorrectie is momenteel laag. Oordeel: gemiddeld risico, acceptabel. Ad 4. Verlaging pensioenopbouw Het risico dat de vaste premie onvoldoende is voor financiering van beoogde pensioenopbouw. Dit kan gebeuren in de vaste premie cao-periode of bij vaststelling van de premie voor een nieuwe cao-periode. Indien de rente laag blijft, is er een kans aanwezig dat de premie verder oploopt en zodoende -indien geen extra premie (uit het premiedepot) beschikbaar komt- de opbouw naar de premie aangepast moet worden. Oordeel: gemiddeld risico, conform afspraak, acceptabel. Ad 5. Aanpassing regeling/contract uitvoering Twee risico’s, het risico dat sociale partners besluiten de regeling aan te passen en het risico dat de uitvoeringsovereenkomst wordt opgezegd. Het fonds accepteert de wettelijke mogelijkheid dat sociale partners de regeling tussentijd kan aanpassen. Een aanpassing vereist aanpassing van de Uitvoeringsovereenkomst en het fond kan hier haar eigen positie innemen. Oordeel: laag risico. Betreft (tussentijdse) opzegging, hier zijn afspraken over gemaakt in de uitvoeringsovereenkomst. Oordeel: laag risico. Ad 6. Sponsor risico (1) Het risico dat de sponsors haar financiële verplichtingen (premie en of bijstorting) niet nakomt. De solvabiliteit van de sponsor is goed (en transparant) en wordt doorlopend gemonitord. Oordeel: laag risico. Ad 6. Sponsor risico (2) Het risico dat de sponsor de uitvoeringsovereenkomst opzegt. De sponsor zou dit t.b.v. de periode na 31 december 2029 kunnen besluiten, daartoe heeft het fonds echter aanzienlijke ontbindende factoren vooraf overeengekomen. Oordeel: laag risico. Ad 7. Uitvoeringsovereenkomst Het risico dat de uitvoeringsovereenkomst nadelige consequenties oplevert voor SPE. In de nieuwe uitvoeringsovereenkomst zijn nieuwe afspraken gemaakt en een compensatie afgesproken voor de overgang naar een vaste premieregeling. Hierbij heeft het pensioenfonds haar risico’s gemitigeerd in gedetailleerde bepalingen. Het risico dat de overeenkomst nadelige bepalingen bevat voor het fonds wordt als laag beoordeeld. Oordeel: laag risico. FR2 FTK factoren: 1. Rente/matching risico S1 2. Zakelijke waarden S2 3. Valutarisico S3 4. Grondstoffen S4 5. Kredietrisico S5 6. Verzekeringstechnisch risico S6 7. Liquiditeitsrisico S7

RkJQdWJsaXNoZXIy NTEyODk=