Page 14 - SCA_jaarverslag_2011

Basic HTML Version

Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2011
13
Uitgelicht: Economie 2011
Schulden voeren de toon aan
Het jaar 2011 begon in een positieve sfeer en de
economische groeivoorspellingen waren relatief
gunstig. Als gevolg van de Arabische lente alsmede
de tsunami en nucleaire ramp in het Japanse
Fukushima liep echter in het voorjaar de olieprijs
op. In een situatie waarin de werkloosheid hoog is
en de lonen amper stijgen, staan hogere energie- en
brandstofkosten gelijk aan een belastingverhoging.
Bovendien liet de ECB zich door de - door de
hogere olieprijs - oplopende inflatie verleiden tot
het verhogen van de rente, daar waar de economie
juist aanhoudende stimulering behoefde. Hierdoor
vielen de economische groei(verwachtingen) terug.
Minder florissante groeivooruitzichten verhoogden
al snel de zorg over de schuldsituatie van veel
EMU-landen.
Aanhoudende zorgen over solvabiliteit
Griekenland
Niemand kon in 2011 om de problemen van
Griekenland heen. De lethargie van politici om tot
oplossingen te komen zorgde voor steeds heftigere
reacties van de financiële markten.
Achtereenvolgende Europese toppen creëerden een
reputatie van ‘te weinig, te laat’ ingrijpen. In de
zomer bereikte men een compromis waarbij naast
extra hulp van de overheden, de particuliere sector
moest meebetalen aan de oplossing voor
Griekenland. Beleggers op de financiële markten
bestempelden dat al snel als een halfbakken
compromis en dreven de rentes ook in de andere
mediterrane landen in het najaar steeds verder
omhoog. Italië, Spanje en zelfs Frankrijk en de
Franse banken kwamen onder vuur te liggen. Het
verschil tussen Franse en Duitse staatsrentes liep op
tot 2%, niveaus die sinds begin jaren negentig niet
meer gezien waren. De financiële markten
verdreven niet alleen Berlusconi van het
regeringspluche, ze dwongen ook politici verder te
gaan met stevige maatregelen dan ooit tevoren.
Deze maatregelen werden echter in de financiële
markten niet met groot enthousiasme ontvangen.
Veelal ontbraken de cruciale details. Kortom, de
zorgen over de solvabiliteit van Griekenland en de
terugvallende economische groei leidden ertoe dat
de fiscale situatie van alle eurolanden onder de loep
werd genomen.
Zoektocht naar veiligheid
De performance van (bijna) alle
beleggingscategorieën werd in 2011 gedomineerd
door de macro-economische risico’s die
voortkomen uit de eurocrisis. Ten eerste presteerden
veilige beleggingscategorieën beter dan risicovolle:
zo rendeerde Duits staatspapier sterk, terwijl
Europese aandelen fors daalden. Ten tweede
behaalden Amerikaanse beleggingsmarkten een
beter rendement dan Europese. Een opvallende
ontwikkeling was ook het verschil tussen de
rendementen van staatsobligaties van opkomende
landen enerzijds en aandelen van dezelfde landen
anderzijds. Blijkbaar geldt de veelbesproken
‘ontkoppeling’ van opkomende landen wel voor
staatspapier, maar niet voor aandelen. Tevens was
het relatief sterke rendement van grondstoffen
opmerkelijk, omdat grondstoffen over het algemeen
tot de risicovolle beleggingen worden gerekend.
Een andere ontwikkeling hield verband met de
zoektocht naar ‘veilige havens’. Deze leidde tot de
unieke situatie dat er op meerdere continenten
negatieve nominale rentes werden betaald: van
Singapore tot Zwitserland en zelfs in Nederland.
Begin december kon de Nederlandse staat tegen -6
basispunten geld lenen. Dat betekende dat beleggers
zo bang waren hun hoofdsom te verliezen, dat ze
geld toe gaven om er maar zeker van te zijn dat ze
het later terugkregen.