Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2015
12
5. Governance pensioenfonds
5.1 Samenvatting
Goed bestuur (governance) heeft drie hoofdelementen:
1.
Organisatie van goed bestuur;
2.
‘In control’ zijn op beleid en uitvoering;
3.
De ambitie hebben om voor stakeholders ‘good-practice’
beleid en uitvoering te realiseren.
Het bestuur voert doorlopend evaluatie uit van de organisatie van
‘het besturen’. In 2015 heeft het wederom vastgesteld dat de
huidige organisatie en opzet in alle facetten voldoet.
Stichting Pensioenfonds SCA kiest voor een paritair bestuur en
werkt voor continuïteit en kwaliteitsbewaking met een (fulltime)
directie. Er is een (1) bestuurscommissie, de Investerings
Commissie.
Dit is een adviescommissie voor het bestuur en heeft geen
besluitbevoegdheid, behoudens in opdracht van het bestuur. Hierin
nemen twee beleggingsexperts plaats vanuit het bestuur, tevens zijn
er externe experts die worden benoemd/ontslagen door het bestuur.
Sinds 2007 voldoet deze opzet uitstekend en biedt het ruim
voldoende ‘counter-vailing’ power voor het bestuur versus externe
vermogensbeheerders zoals de Fiduciair Manager MN.
Het bestuur kiest bewust niet voor een andere commissie dan de
Investerings Commissie. Gerelateerde onderwerpen worden tijdens
de reguliere bestuursvergaderingen door het voltallige bestuur
behandeld zodat alle kennis en informatie door het voltallige
eindverantwoordelijk bestuur wordt gedeeld en behandeld.
Uit de Integrale Risico Management (IRM) studie (eind 2015) is
gebleken dat alle risico’s in relatie met governance laag zijn (zie
ook
Hoofdstuk 11 Risicobeheersing
).
Het bestuur is van mening dat het gedurende 2015 ‘in control’ is
geweest over beleid en uitvoering. In 2015 heeft het bestuur veel
aandacht besteed aan opleiding en invulling van vacatures, aan
vermogensbeheer en communicatie met deelnemers.
Het afgelopen jaar zijn aan Stichting Pensioenfonds SCA geen
dwangsommen of boetes opgelegd. Er zijn door DNB geen
aanwijzingen aan het fonds gegeven, noch is een bewindvoerder
aangesteld of is bevoegdheidsuitoefening van organen van de
fondsen gebonden aan toestemming van de toezichthouder.
5.2 Beleid, uitvoeringskosten en deskundigheid
Beleid
:
In 2015 heeft het bestuur geen aanpassingen in het bestuursmodel
doorgevoerd. De positie en tijdbesteding van de directie is
geëvalueerd en er is besloten tot een fulltime invulling van de
directie. Het bestuur is van mening dat vanwege toegenomen
complexiteit, rapportage- en deskundigheidseisen, behoeft aan
opleidingscapaciteit en ontwikkeling van de grootte van het fonds
de aanwezigheid van een fulltime directie noodzakelijk is en blijft.
De organisatie van het fonds met betreffende dienstverleners is
voortgezet. Wel is gekozen om over 2015 een nieuwe
Visitatiecommissie aan te stellen. Eind 2015 is VC Holland, na
evaluatie en sollicitatie van de leden, benoemd.
Uitvoeringskosten
:
zie
Hoofdstuk 6.
Deskundigheid:
Het fonds hanteert een deskundigheidsplan. Alle leden van het
bestuur voldoen aan de deskundigheidseisen. In 2015 zijn
kandidaat-bestuurders en aspirant leden van de IC intern en extern
opgeleid. Het bestuur heeft in 2015 de behoefte vastgesteld voor
permanente educatie. In de agenda van 2016 is deze structureel
ingepland.
5.3 Verslag van de bestuurscommissies
De Investerings Commissie doet haar verslag in
Hoofdstuk 7
Vermogensbeheer.
5.4 Naleving Code Pensioenfondsen
Het bestuur heeft eind 2014 een inventarisatie uitgevoerd met
betrekking tot de naleving van de Code Pensioenfondsen. Gebleken
is hierbij dat een groot deel van de normen die in de code zijn
geformuleerd in de praktijk door het bestuur worden nageleefd. Op
onderdelen is dit niet het geval. Het bestuur heeft hier voor 2015
verschillende acties op geformuleerd. Voor enkele normen geldt dat
het een bewuste keuze is van het bestuur om van de Code
Pensioenfondsen af te wijken.
Voor de onderdelen waarop de Code Pensioenfondsen niet of
gedeeltelijk wordt nageleefd, volgt hierna een toelichting:
Communicatie en transparantie:
het bestuur zal vanaf 2016 de
effectiviteit van de ingezette communicatiemiddelen meten. Dit
wordt in 2016 vastgelegd bij de herziening van het
communicatiebeleidsplan.
Geschiktheid:
in de code is opgenomen dat het bestuur één keer in
de twee jaar een derde partij betrekt bij de evaluatie van het
functioneren van het bestuur. Het bestuur heeft in het
geschiktheidsplan opgenomen dat het bestuur zich bij de
zelfevaluatie kan laten bijstaan door een deskundige. Het niet
naleven van de Code Pensioenfondsen in deze vindt plaats omdat
het bestuur van mening is dat haar jaarlijkse zelfevaluatie
voldoende inzicht geeft en dat de betrokkenheid van een derde
partij één maal per 3 jaar, vanwege het kostenaspect, afdoende is.
In de zelfevaluatie 2015 van het bestuur stond bespreking van
beschikbaarheid, aanwezigheid op vergaderingen, deskundigheid,
betrokkenheid en openheid in onderling overleg en/of discussie met
de directie centraal. In deze zelfevaluatie is vastgesteld dat het
bestuur en de directie op al deze aandachtspunten goed scoren. Wel
is bepaald dat opleiding een structurele component door het jaar
heen moet zijn. Daartoe is rekening gehouden in de jaaragenda
2016.
Zittingsduur en herbenoeming:
het bestuur hecht aan de continuïteit
van het bestuur en wenst daarom niet in de statuten van het fonds
op te nemen dat de zittingsduur van een bestuurslid maximaal vier
jaar is en dat herbenoeming maximaal twee keer kan plaatsvinden.
In de praktijk zal deze bepaling echter zoveel mogelijk worden
toegepast.
Diversiteit:
Per februari 2016 voldoet het fonds wel aan de code
betreffende diversiteit vanwege de benoeming van mevrouw M.R.
Ennema MSc (33) als lid van het Verantwoordingsorgaan.
5.5 Verwachtingen
Het bestuur verwacht aanhoudende grote aandacht te blijven geven
aan opleiding al dan niet collectief via interne en externe training.
De huidige organisatiestructuur werkt naar tevredenheid en zal op
hoofdlijnen, betreft organisatie, naar verwachting gelijk blijven.
