Stichting Pensioenfonds SCA Jaarverslag 2016
38
Actief beheer risico ontstaat indien vermogensbeheerders actief beheer
voeren op (delen van) de beleggingsportefeuille. Deze wordt berekend
indien de tracking error meer dan 1% bedraagt. Indien sprake is van
leverage (bij vastgoed) wordt de buffer verhoogd.
Pensioenverplichtingen voor risico fonds
Bij de berekening van de contante waarde van de opgebouwde
toekomstige aanspraken per 31 december boekjaar is uitgegaan van de
volgende actuariële grondslagen:
Sterfte
AG Prognosetafel 2016 (startjaar 2017) met toepassing van
fondsspecifieke ervaringssterfte (SCA 2014). Deze ervaringssterfte
geldt voor zowel de hoofd- als medeverzekerden.
Interest
Rentetermijnstructuur 31 december 2016 van De Nederlandsche Bank.
Gehuwdheid
Bij de vaststelling van de voorziening voor partnerpensioen wordt het
onbepaalde partnersysteem gehanteerd. Hierbij worden de volgende
partnerfrequenties toegepast (op tussenliggende leeftijden wordt lineair
geïnterpoleerd):
Leeftijd
Mannen
Vrouwen
jonger dan 18
0,000
0,000
18
0,011
0,053
25
0,530
0,795
30
0,742
0,901
35
0,954
0,901
50
0,954
0,901
65
0,954
0,742
66
0,954
0,742
67
0,954
0,742
Voor het uitruilbare partnerpensioen wordt de partnerfrequentie op
pensioenleeftijd op 100% verondersteld.
Leeftijdsverschil
Het leeftijdsverschil tussen man en vrouw is op 3 jaar gesteld (man
ouder dan vrouw).
Vaststelling leeftijd
De leeftijd voor de berekening van de voorziening wordt op maandbasis
nauwkeurig bepaald.
Uitkeringen
Aangenomen wordt dat de pensioenuitkeringen continu (zullen)
plaatsvinden. In de praktijk wordt in maandelijkse termijnen achteraf
uitgekeerd. Het wezenpensioen wordt verondersteld te worden
uitgekeerd tot aan de 27-jarige leeftijd.
Kosten
De kostenvoorziening in 2016 is ongewijzigd ten opzichte van 2015
(2,5%).
Methoden van reserveberekening
Bij de reservering van de in uitzicht gestelde pensioenen wordt ervan
uitgegaan dat per de balansdatum alle aan de verstreken diensttijd (dit is
inclusief extra jaren uit waardeoverdrachten, vrijwillig ingekochte
ouderdomspensioenjaren en eventuele garantiejaren) toe te rekenen
pensioenaanspraken zijn ingekocht.
De voorziening pensioenverplichtingen is bepaald als de contante
waarde van deze per de balansdatum opgebouwde pensioenaanspraken,
vermeerderd met de contante waarde van de ingegane pensioenen.
Bij de (gedeeltelijke) arbeidsongeschikte deelnemers (dit zijn
deelnemers met ingegane WAO-uitkeringen) wordt voor de
invaliditeitspensioenen (WAO-hiaat- en WAO-excedentuitkeringen) en
de toekomstige opbouw van de pensioenen uit hoofde van de
(gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid bij de bepaling van contante
waarde van deze verplichtingen verondersteld geen revalidatie plaats te
vinden. Opbouw vanaf 2015 valt onder bepalingen Pensioenreglement
2015.
Voorziening voor risico deelnemers
Deze voorziening wordt opgebouwd uit (1) de afgedragen premie voor
de Beschikbare Premie regeling van de werknemers van gemiddeld
1,6% van het pensioengevende salaris verhoogd met (2 )het rendement
op de beleggingen en (3) verminderd met de ingekochte pensioenen. De
beleggingen voor deze regeling worden voor rekening en risico van de
deelnemers uitgevoerd. Met dit beleggingskapitaal wordt door de
deelnemer een pensioen ingekocht bij ingang pensioen.
Overige voorziening VPL
Het fonds voert namens cao-partijen de overgangsregeling VPL uit
conform Artikel 49 Overgangsbepalingen VPL van het
Pensioenreglement 2015.
Deze overgangsregeling is van toepassing voor de werknemers die op
31 maart 1999 in dienst waren, die vanaf genoemde datum tot en met 31
december 2005 ononderbroken deelnemer in het pensioenfonds zijn
geweest en die het deelnemer schap vanaf 31 december 2005
ononderbroken hebben voortgezet tot en met 31 december 2020, of tot
het bereiken van de (vervroegde) pensioendatum.
De regeling beoogt een aanvullende pensioentoekenning bij
pensionering waarbij gebruik wordt gemaakt van de fiscale ruimte die
per 31 december 2005 bestond ten opzichte van de bij het
pensioenfonds opgebouwde aanspraken.
Recht op deze toekenning ontstaat alleen indien het bestuur haar
jaarlijkse besluit heeft genomen tot toekenning van de aanspraken aan
diegenen die het eerstvolgende boekjaar gebruik kunnen maken van de
regeling.
De voor de overgangsregeling ontvangen premies worden strikt
gescheiden van de premie voor de pensioenregeling. De Overige
voorziening VPL groeit door de werkgevers betaalde VPL-premies over
het boekjaar en de beleggingsopbrengsten (vanaf 1 januari 2015) onder
aftrek van uitvoerings- en administratiekosten.
In geval van gebruikmaking van de regeling door een betrokken
werknemer wordt deze Overige voorziening VPL aangesproken.
In 2013
heeft het bestuur besloten de verplichtingen van de
overgangsregeling VPL te classificeren als ‘Overige voorziening VPL’.
In
2014
heeft het bestuur besloten het ‘depot overgangsregeling te
onttrekken uit de algemene reserve en te classificeren als ‘bestemde
reserve (Depot Overgangsregeling VPL’). Vanaf september 2014 wordt
de bestemde reserve ‘Depot Overgangsregeling VPL’ niet meegerekend
tot het vermogen van het fonds. In
2015
heeft het bestuur besloten tot
een stelselwijziging om het ‘Depot Overgangsregeling VPL’ uit de
reserves te halen en samen te voegen met ‘Overige Voorziening VPL’.
Overige Voorziening VPL wordt niet meegerekend in de dekkingsgraad
van het fonds. In
2016
zijn er
geen
aanpassingen.
Resultaatbepaling
Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop ze
betrekking hebben.
Directe beleggingsopbrengsten
Onder directe beleggingsopbrengsten wordt bij vastrentende waarden
verstaan de rente-opbrengst verminderd met de kosten; bij de zakelijke
waarden wordt hieronder verstaan het bruto-dividend, voor aftrek van
dividendbelasting, verminderd met de kosten. De intresten van overige
activa en passiva worden opgenomen op basis van nominale bedragen.
Indirecte beleggingsopbrengsten
Onder deze post worden de volgende resultaten opgenomen:
-
gerealiseerde koersverschillen bij verkopen van aandelen en
obligaties;
-
gerealiseerde koersverschillen bij (af)lossing van leningen op
schuldbekentenis en obligaties;
-
boetes bij vervroegde aflossingen van leningen op
schuldbekentenis;
-
valutaverschillen met betrekking tot zakelijke waarden,
vastrentende waarden, deposito’s, valutatermijntransacties en
bankrekeningen in buitenlandse valuta;
-
niet-gerealiseerde koers- en valutaverschillen inzake aandelen,
obligaties en leningen op schuldbekentenis.
Kosten vermogensbeheer
Dit betreft de kosten voor uitvoering vermogensbeheer die bestaan uit
de aan het fonds gefactureerde kosten.
Herverzekering
Het fonds heeft de risico’s van overlijden en arbeidsongeschiktheid in
2016 herverzekerd bij Elips Life.