Voorbereiding op soepele overgang naar nieuwe pensioenregeling

Overbruggingsplan

We verwachten op 1 juli 2027 over te gaan naar het vernieuwde pensioenstelsel. Om die overstap soepel te laten verlopen, maken we tot die tijd gebruik van een overbruggingsplan. Wat er in dit plan staat en wat dit voor de pensioenen betekent leggen we aan u uit.

Overbruggingsplan voor een soepele overstap

Het overbruggingsplan helpt ons om de overgang naar de nieuwe pensioenregeling goed te laten verlopen. Het plan legt uit hoe we tijdens deze periode met het geld omgaan en aan de regels blijven voldoen. Het doel is om te laten zien hoe we ervoor zorgen dat er genoeg geld is voor de pensioenen.

In het overbruggingsplan staat:

  • Een uitleg over de verwachte financiële situatie van het fonds tijdens de overgang.
  • Hoe de financiële gezondheid van het fonds zich waarschijnlijk zal ontwikkelen. En hoe we ervoor zorgen dat de dekkingsgraad minimaal 107% is op het moment van de overstap naar de nieuwe regeling.
  • Welke stappen we nemen om als dat nodig is de financiële situatie te verbeteren.
  • Hoe we rekening houden met veranderingen in de economie en op de financiële markten.

Dit plan dienden we op 30 juni 2025 in bij De Nederlandsche Bank (DNB).

We maken gebruik van tijdelijke regels

We verwachten op 1 juli 2027 over te gaan naar de nieuwe pensioenregeling. Op de pagina 'Nieuwe pensioenregeling' leest u er meer over. De tijdelijke regels zijn er voor de periode tót aan die overgang. We mogen er gebruik van maken omdat we de opgebouwde pensioenen willen omzetten naar de nieuwe pensioenregeling. Het verantwoordingsorgaan geeft aan achter dit besluit te staan.

Waarom maken we gebruik van deze tijdelijke regels?

Onze financiële positie is momenteel goed. Dit zien we aan onze dekkingsgraad, die is in mei 2025 121,1%. Het duurt nog 2 jaar voordat we daadwerkelijk overgaan naar de nieuwe regeling. Er is een kans dat de dekkingsgraad dan lager is. In het transitieplan spraken sociale partners een dekkingsgraad bij invaren af van minimaal 107%. Met deze dekkingsgraad hebben we genoeg geld om bij de overstap naar de nieuwe pensioenregeling rekening te houden met de belangen van iedereen met pensioen bij ons. En om de wettelijk verplichte reserves te vullen.

Overbruggingsplan voor meer zekerheid

Het bestuur kiest voor het overbruggingsplan om de overstap naar de nieuwe regeling meer zeker te stellen, ook als de dekkingsgraad op 1 juli 2027 lager is dan 107%. Dit geeft ons fonds de ruimte om bij een dekkingsgraad lager dan 107% de pensioenen te verlagen. Natuurlijk proberen we dit als bestuur te voorkomen. Mocht deze situatie zich voordoen dan overleggen we eerst met de sociale partners of de overstap wel verstandig is op dat moment. Het overbruggingsplan is dus een vangnet mocht onverhoopt de dekkingsgraad bij de overgang onder de 107% dalen. Ook de sociale partners willen uiteraard een verlaging van de pensioenen bij de overstap naar de nieuwe regeling voorkomen.

Voor- en nadelen tijdelijke regels

Het gebruik van het overbruggingsplan heeft voor- en nadelen.

Voordeel
Onze dekkingsgraad moet 107% zijn als we overgaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Die dekkingsgraad is belangrijk. In dat geval hebben we genoeg geld om bij de overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel rekening te houden met de belangen van alle deelnemers en gepensioneerden. En om de wettelijk verplichte reserves te vullen.

Nadeel
Met de tijdelijke regels kunnen we de dekkingsgraad tussentijds makkelijker bijsturen. Halen we die 107% niet? Dan moeten we de pensioenen verlagen volgens de tijdelijke regels. Dat is een nadeel. Want volgens de huidige regels hoeft dit niet. Al hopen we natuurlijk dat verlagen niet nodig is. Om je een goed beeld te geven: eind mei 2025 was onze dekkingsgraad 121,1%. Het is dus een vangnet mocht onverhoopt de dekkingsgraad bij transitie onder de 107% dalen.

Een 'evenwichtig' besluit

We namen het besluit om de nieuwe regels te gebruiken niet zomaar. We onderzochten of dat besluit wel 'evenwichtig' is. Ofwel: of we rekening houden met de belangen van iedereen met pensioen bij ons fonds. Nu en in de toekomst. De uitwerking van de tijdelijke regels in het overbruggingsplan kan namelijk voor verschillende deelnemersgroepen anders zijn.

Gevolgen van het overbruggingsplan

We bekeken de gevolgen van de tijdelijke regels goed. De verschillen vallen bij ons fonds erg mee. Dat komt ook omdat we maar een hele korte periode gebruik verwachten te maken van de tijdelijke regels en omdat de dekkingsgraad ruim boven de 107% zit. Hierdoor is de kans op het moeten verlagen van de pensioenen heel klein.

Wat betekent dit voor elke leeftijdsgroep?

Hoeveel 'voordeel' of 'nadeel' heeft elke groep en elke leeftijd van de tijdelijke regels? Dat ziet u in de grafiek hieronder. Let op: dit is wat we verwachten. We weten pas zeker wat het voor u betekent als onze dekkingsgraad eind juni 2027 bekend is.

We hebben heel veel verschillende scenario's op een rij gezet. Bijvoorbeeld als het goed gaat met onze beleggingen. Of als het slecht gaat. In elk scenario kunnen de tijdelijke regels weer anders uitpakken ten opzichte van de huidige regels. In het ene scenario is er bijvoorbeeld een voordeel voor een leeftijdsgroep. Maar in een ander scenario kan dat weer een nadeel zijn voor diezelfde groep. We hebben voor alle scenario's samen gekeken wat het gemiddelde resultaat voor elke leeftijd is.

Zo leest u de grafiek

Het netto profijt is het verschil tussen de waarde van de te verwachten toekomstige pensioenuitkeringen en de waarde van de toekomstige premie-inleg. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de opgebouwde pensioenaanspraken, maar ook naar de in de toekomst nog op te bouwen pensioenaanspraken. Het netto profijt effect bevindt zich in de range -1,5% tot +0,5%

Hieronder leggen we per groep uit wat de verwachte gevolgen zijn van de tijdelijke regels voor uw pensioen. En waarom dat zo is. Pas aan het eind juni 2027 weten we zeker wat het voor u betekent.

Voor iedereen die pensioen krijgt en ex-werknemers
De gevolgen voor iedereen die pensioen krijgt en ex-werknemers is negatief. Volgens de afspraken in het overbruggingsplan verhogen we de pensioenen niet meer dan waar ons gebruikelijke beleid al in voorziet. We kunnen ze alleen verlagen als dat echt nodig is.

Let wel: de doorrekening gaat uit van de regels in het overbruggingsplan tot het moment van de overstap op de nieuwe regeling. Dat moeten we op deze manier berekenen omdat de regelgeving in de nieuwe regels voor pensioen dit voorschrijft. In de nieuwe regeling krijgen we een reserve en die gebruiken we om de pensioenen stabiel te houden.

Waarschijnlijk gaat niemand erop achteruit door inzet reserve
Met de reserve voorkomen we het verlagen van de pensioenen. We vullen de pensioenen hiermee aan zodat de pensioenen van iedereen die al pensioen krijgt, stabiel blijven. In de meeste scenario's is deze reserve groot genoeg voor het opvangen van neerwaartse schokken. 

Werknemers
Voor de meeste werknemers komt het netto voordeel net positief uit. Dit komt doordat de korting in de eerste jaren plaatsvindt. Dit zorgt voor een grotere kans op het verhogen van de pensioenen in de toekomst. Werkenden bouwen nog op. Over deze nieuwe pensioenopbouw krijgen zij dan wel (extra) verhoging, terwijl ze over deze nieuwe pensioenopbouw niet zijn gekort.

Conclusie

Het besluit om gebruik te maken van de tijdelijke regels, heeft invloed op je te verwachten pensioen. Maar zoals je in de grafiek ziet, zijn de verschillen naar verwachting niet heel groot. Let wel; de grafiek toont het gemiddelde effect van uiteenlopende scenario's.

Ons bestuur vindt het heel belangrijk dat het fonds zich kan richten op een evenwichtige overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. De tijdelijke regels van het overbruggingsplan geven ons meer mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de start in de nieuwe pensioenregeling goed is.

Inzet van reserve bij theoretische verlaging

Mocht de situatie zich voordoen dat we de pensioenen moeten verlagen, dan zetten we de reserve in. Hierdoor voorkomen we in veel gevallen het werkelijk verlagen van de pensioenen. Dit betekent dat iedereen die al pensioen van ons krijgt, naar verwachting niks van de verlaging merkt omdat we aanvullen vanuit de reserve.